We zijn net niet oud genoeg om Baaba op zijn waarde te schatten denken we. Een stevig doorpompende bassist, een drummer die redelijk strak speelt, twee laptops en wat blazers. Het is vooral hij die de aandacht naar zich toe trekt, soms niets doend, soms met zijn laptop maar vooral toeterend dat het een lieve lust is. de andere laptopper neemt occasioneel een gitaar ter hand, steeds nauwlettned de saxofonist in het oog houdend, net als de drie andere heren trouwens. Het lijkt bij momenten wel een onemanshow. Muzikaal wanen we ons in een tijdperk waar progrock en funkjazz hoge toppen scheerde. De vier proberen ons de indruk te geven dat ze bij momenten aan het improviseren zijn, maar het klinkt en oogt te bestudeerd om realistisch over te komen. Het publiek uitte een collectieve oef als ze ermee stopten, dus rouwig was er niemand om.(pb)