De essentie van Poing, de baanbrekende, vroege (1992) gabbersingle van Rotterdam Termination Source, was dat het geluidje waar de titel op sloeg het hele nummer lang, onveranderd, op iedere tel te horen was. Dat, plus een basale drumtrack, en verder niks anders, was gelijk HIT. Top 40, wel te verstaan, 11 weken lang. Novelty? Misschien, maar eerlijk gezegd kan ik er nog steeds wel inkomen, op een manier die ik niet helemaal kan omschrijven, maar die, laat ik zeggen, 100% Nederlands aandoet (excuses aan onze Vlaamse lezers). Twee decennia later is dance een Nederlands exportproduct dat in één adem genoemd wordt met bloemen en Dutch Design. Maar hoewel Armin van Buuren ongetwijfeld een aardige en capabele jongen is, met genoeg hits en omzet om de crisis een paar jaar te bekorten, zullen hij, Afrojack, Hardwell of Chuckie nooit geschiedenis schrijven op de manier dat het eigenzinnig en stompzinnige anarchisme van Poing dat deed. Punt. Dat was dat, hoop je dan (en we nemen de 98, 2000 en 2007-versies gewoon voor lief), maar nee. Zelfverklaarde computer hooligans EVOL, die eerder al aan de loop gingen met het stofzuigergeluid van Human Resources Dominator (ook al een mijlpaal), meenden zich over Poing te moeten buigen. Waarom ook alweer? Oh ja, EVOL is een esthetische verkenning van algoritmische compositie en de deconstructie van rave culture. Dat klinkt als een concept dat we Peter Rehberg of Rioji Ikeda wel toe zouden vertrouwen, maar het ontbreekt EVOL net even teveel aan ideeën (volledig, zeg maar) om de klus te klaren. Dus krijgen we twee plaatkanten lang gekloot met een geluid dat niet eens echt op de originele cartooneske sample lijkt, en al helemaal niet tot gekmakens toe op de tel door stuitert of op een andere manier enige essentie bloot legt. Dat, en helemaal niks anders, is gelijk drie keer niks. Daar redden ze zich met rood vinyl niet uit.