Slow - Reinier van Houdt - (c) Tim Theo Deceuninck

SLOW(36h) Festival: En toen was er niets méér…

Het Brugse SLOW(36h) festival wil een lans breken voor verstilling en vertraging in de hectische wereld van vandaag. Dat was een kolfje naar mijn hand nu de leeftijd mijn traagheid in hoog tempo heeft doen toenemen. En zo trok ik naar het Brugse Concertgebouw, voor wat reeds de vierde editie van het festival bleek.

Om de stilte en de traagheid vorm te geven hadden ze artiesten uit verschillende disciplines uitgenodigd, maar steeds met muziek als uitgangspunt. Zo waren er naast de concerten ook klanksculpturen te zien en te horen. En zelfs mindfulness-sessies en thee-rituelen stonden op het programma.

Julia Eckhardt, Carol Robinson & Rhodri Davies

Deze drie mensen brachten drie stukken van Eliane Radigue, de Franse componiste van conceptuele, minimalistische geluidskunst.

In het eerste stuk (Occam River I) stuurden Julia Eckhardt en Carol Robinson, op altviool en birbyné (een Litouws rietblaasinstrument), met een haast spartaanse beheersing één lange fluistertoon de zaal in. Minutenlang hoorden we diezelfde toon: was dit nu een concert of een therapeutische sessie? Ons geduld werd op de proef gesteld, maar na een vijftal minuten werden we beloond voor ons uithoudingsvermogen en hoorden we plots een mooie tweeklank: een hemelse boventoon uit de birbyné vleide zich tegen de altviool aan. Van dan af kon de pret niet meer op: subtiliteit, stilte, dynamiek en precisie wisselden mekaar af in een haast merkbaar tempo. De muzikantes hielden ons op deze manier nog minutenlang in de ban. En als apotheose eindigde het stuk in een onderzoek naar de grens tussen geluid en stilte, waarbij dat laatste uiteindelijk de bovenhand haalde.

In het tweede stuk (Occam I) kwam heer Rhodri Davies de harp heruitvinden. Ik bewonderde vooral het prachtige instrument dat zich in trance liet wiegen door de drones die de twee strijkstokken aan evenveel snaren wisten te ontlokken. Na een paar minuten kon de aandachtige luisteraar een harmonische boventoon waarnemen, ook al ambieerde die geenszins om de monotonie te doorbreken. Maar een aanzienlijk aantal tijdseenheden later gebeurde het dan toch: de boventoon die de basistoon onttroonde en diens alleenheerschappij naar de eeuwige klankvelden verdreef. Daar waar beide tonen aanvankelijk nog samen de harmonie opzochten, werd even later duidelijk dat hun toonhoogten zich van elkaar wilden distantiëren om elk hun eigen frequentiespectrum op te zoeken. Naar het einde toe hield één van de strijkstokken het echter voor bekeken en moest de andere helemaal alleen de zaal vullen. En net als bij Eckhardt en Robinson eindigde de performance met een minutenlange fade-out. Dacht ik, want onverwacht had Heer Harp nog een verrassing voor ons in petto: in het quasi onhoorbare geluid van de coda plukte hij plots tien (10!) keer aan één van de harpsnaren om ons op deze, naar mijn gevoel iets te brutale, manier uit onze lethargie te verlossen.

In het derde stuk (Occam Delta II) vormden de drie virtuozen een trio. Bij het begin verzette violiste Eckhardt hemel en aarde om niet boven het geluid van de airco uit te komen. Maar als ook Robinson, die haar birbyné had geruild voor een basklarinet, zich in de strijd wierp, moest de airco het onderspit delven. Eens ze alle drie van start waren gegaan ontstond er een nieuwe drone, die het beste van een fluitketel, een stofzuiger en een kazoo wist op te roepen. Al bij al een unieke luisterervaring die ons in een staat van opperste verveling bracht.

Reinier van Houdt

De Nederlandse pianist Reinier van Houdt bracht werk van de Zwitserse conceptuele componist Jürg Frey. Bij de composities van Frey staat niet de muziek centraal, maar de stilte. En zodoende paste hij perfect in het concept van het festival. Zijn werk wordt vooral gekenmerkt door trage, simpele opeenvolgingen van noten met lange tussenpauzes en vaak oneindig lange herhalingen van één en dezelfde noot. Less is more, luidt de leuze van deze minimalist, maar in dit geval was less meaningless. Zoals zo vaak bij conceptuele kunst is het idee belangrijker dan de uitvoering, en wellicht was het hier de bedoeling om bij de luisteraar een vorm van introspectie te provoceren, of om ons te laten nadenken wat we die avond zouden eten. Dat ben ik na een halfuur dan ook gaan doen.

Slow - Reinier van Houdt - (c) Tim Theo Deceuninck
Slow – Reinier van Houdt – (c) Tim Theo Deceuninck

Jawa

Een Syrisch soefigezelschap is wel het laatste wat je op een Slow-festival kan verwachten. Maar zij waren wel de eersten waarbij je muziek in de gangbare zin van het woord hoorde. Geen etherische klankmis deze keer, maar gedreven Arabische muziek, gebracht door virtuoze muzikanten die op een minuut tijd meer noten bij elkaar speelden dan in het hele Slow-festival samen. En met als extra ingrediënt een dansende derwisj! Het is me dan ook een raadsel waarom de organisatoren hiervoor hadden gekozen. Maar dat kon de pret uiteraard niet drukken. Jawa wist met hun opzwepende en vurige muziek het publiek zelfs tot een staande ovatie te bewegen.

Slow - Jawa - (c) Tim Theo Deceuninck
Slow – Jawa – (c) Tim Theo Deceuninck

Echo Collective

En dan de vierde act van dag één, en daar keken we het meest naar uit. Echo Collective is een Brussels gezelschap, met de van oorsprong Amerikaanse Neil Leiter en de Belgische Margaret Hermant, dat in het verleden al samenwerkte met onder meer Jóhan Jóhannson en A Winged Victory For The Sullen. Echo Collective voldeed dan ook volledig aan de verwachtingen. Subtiele neo-klassieke composities op een bedje van ambient soundscapes en subbassen. Daar mogen ze me altijd voor wakker maken. In een minimaal belichte zaal wisten Leiter en Hermant met hun violen en harp het publiek mee te nemen op een betoverende trip van hemelse muziek waarbij je de wereldse ellende even kon vergeten. Een waardige afsluiter van de eerste Slow-dag.

Slow - Echo Collective - (c) Tim Theo Deceuninck
Slow – Echo Collective – (c) Tim Theo Deceuninck

Clara Levy

De performance van Clara Levy was niet meer of niet minder dan een demonstratie in instrumentbeheersing. Aanvankelijk vreesde ik ook hier voor een te abstract minimalisme, maar Levy toverde bevreemdende, wonderlijke klankkleuren uit haar viool. De ene keer ritmisch repetitief, de andere keer raga-achtige drones , maar in elk stuk met een andere techniek waarvan je niet vermoedde dat die bestond. Soms klonk haar instrument zelfs als een op hol geslagen modulaire synth. Bezwerend en fascinerend tegelijkertijd. Straffe artieste.

Slow - Clara Levy - (c) Tim Theo Deceuninck
Slow – Clara Levy – (c) Tim Theo Deceuninck

Multiple Voices/Spem In Alium

In de Sint-Salvatorskathedraal waren we getuige van een bijzonder evenement waarbij twee klassieke zangers, Terry Wey en Ulfried Staber, een polyfonisch 40-stemmig koorwerk van de middeleeuwse componist Thomas Tallis tot stand brachten door middel van multitracking. Partij na partij werden de stemmen opgenomen en toegevoegd aan het geheel om vervolgens uitgestuurd te worden naar een reeks luidsprekers die cirkelgewijs in de kerk verspreid stonden. In het begin klonk het dus vrij leeg, maar naarmate er stemmen bijkwamen kreeg het geheel vorm en ontstond er na een achttal uren een magisch, duizelingwekkend werkstuk dat een diepe indruk naliet op de toehoorders.

En toen was er niets méér…

SLOW(36) dient in de eerste plaats geroemd te worden omwille van het lef dat ze tentoonspreiden om dit soort hermetische kunst naar een breder publiek toe te willen ontsluiten, maar bleef anderzijds soms hangen in elitaire abstractie. Hoedanook, de concerten van Echo Collective en Clara Levy, en de performance in de Sint-Salvatorskathedraal, waren de verplaatsing naar Brugge waard. Maar volgende keer graag iets ‘méér’…

tekst:
Gerry Vergult
beeld:
Slow - Reinier van Houdt - (c) Tim Theo Deceuninck
geplaatst:
ma 10 mrt 2025