De kwetsbaarheid op de hoesfoto nodigt bijna uit om een scheermesje boven te halen. Vijf jaar geleden debuteerde Serruys sterk voor B.A.A.D.M. met ‘On Germaine Dulac’, en het beeldmateriaal lijkt uit dezelfde fotosessie voort te komen. De muziek van Serruys blijft ook op deze gelimiteerde lp (met downloadcode) van een zeldzame broosheid. We verwachten dat de tape elk moment zal knappen, of dat de synthesizer van Serruys sissend met een dun blauw wolkje, te midden van een fijne brandlucht, de geest zal geven. Maar dat is geen bezwaar, want elke oneffenheid, hapering van de cassetterecorder, of korreltje ruis is gewenst, en maakt integraal deel uit van de compositie. Alle tapeloops dansen op de grens van verval, een klank die liefhebbers van William Basinski niet vreemd zal zijn. Maar dat is slechts een deel van dit verhaal, want Serruys voegt ook nog met echo’s overladen concrete geluiden toe. Deze zijn bij momenten prominent aanwezig (een hand in een bokaal water met ijsblokjes, natuurgeluiden), maar nog veel vaker worden ze in de totaalsfeer opgezogen. Wat de muziek van Serruys bijzonder maakt, is dat deze subtiliteit gecombineerd wordt met zeer melancholische melodielijnen die soms op het randje van oversturing balanceren, maar nooit aan de verkeerde kant van de grens vallen. Serruys wordt wel eens de Gentse Brian Eno genoemd door mensen die hem willen complimenteren, maar op basis van een knappe track als ‘Glove’, is deze adoratie niet onterecht. Er zit een grote droefheid in deze lp, die een transparant grijze sluier legt over alles wat je op dat moment aan het doen bent, maar zo hebben we onze zomers het liefst.