Rutger Zuydervelt (alias Machinefabriek) componeerde de oorspronkelijke versie ‘Sileen’ voor een uitvoering op een muziekschool. Ongeveer vijftig kinderen werden onderverdeeld in drie groepen, en speelden per groep een repeterende, langzaam aanzwellende noot, ieder in een ander tempo, waardoor een steeds veranderende combinatie van overlappende noten ontstond. Voor de studioversie ‘Sileen II’ beperkte Zuydervelt zich tot een enkele muzikant, basklarinettist Gareth Davies, plus wat elektronica (hoewel die twee nauwelijks uit elkaar te houden zijn). De opzet klinkt nogal formeel, iets wat de schematische partituur die op de binnenkant van de hoes is afgedrukt ook benadrukt, maar hoewel inderdaad zeer geordend, is het resultaat vooral heel erg meditatief. Door het lage tempo –Zuydervelt vertraagde het eindresultaat nog eens tot halve snelheid– valt de strakke herhaling nauwelijks op, en ontstaat er een gestaag golvende compositie van vijftig minuten. Alsof je van een afstand toekijkt hoe abstracte ideeën zich aandienen en weer vervagen, waarbij de terugkerende stiltemomenten je de kans geven even nergens te denken. Het doet een beetje denken aan de enkel-toons-composities van Phill Niblock en iets als Yoshi Wada’s ‘Earth Horns With Electronic Drone’, alleen is ‘Sileen II’ nog iets abstracter. De veranderingen in de textuur zitten heel erg in de details, en door de vertraging zijn variaties in de kracht waarmee Davies blaast niet of nauwelijks hoorbaar. De plaat past binnen de traditie van minimal music op een manier die ik niet eerder van Zuydervelt hoorde (al gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat ik bij lange na niet al zijn werk heb gehoord). Of het een nieuwe richting inleidt weet ik niet, maar dit uitstapje is in ieder geval al zeer geslaagd.