Drank, drugs, opgefokte egos, heftige interne conflicten, tweedracht en bonje met een (major) platenfirma: ook The House Of Love ontsnapte begin jaren 1990 niet aan de bekende rock-n-roll-vloek. En onder meer daarom werd het niets met de Londense band die de wereld nochtans vierentwintig karaats popdiamanten schonk als Christine, Shine On of Beatles And The Stones. Niets leek een grote doorbraak in de weg te staan voor een band die initieel werd opgepikt door het cultlabel par excellence uit die tijd – Creation; en vervolgens triomfantelijk werd binnengehaald door major Fontana als de nieuwe U2. (Op Creation vertoefde The House Of Love overigens in het indrukwekkende gezelschap van onder meer Slowdive, The Jesus & Mary Chain, My Bloody Valentine, Ride, Swervedriver en zelfs Oasis!) Na Audience With The Mind (1993), hun vierde album, liep het mis en spatte de band, ontgoocheld door uitblijvend succes, uit elkaar. Twaalf jaar later was er onverwacht Days Run Away, waarop drie van de vier kernleden – Guy Chadwick (zang, gitaar), Terry Bickers (gitaar, stem) en Pete Evans (drums) meespeelden. Die hernieuwde samenwerking krijgt nu een vervolg met She Paints Words In Red, dat opnieuw sprankelt van de licht melancholische, maar vooral gracieuze indiepop, zachtjes wuivend tussen The Beatles en The Smiths. De ruzies lijken bijgelegd, de egos bijgevijld en er lijkt een zekere sereniteit te zijn neergedaald over het trio. Dat vertaalt zich in ingetogen, kalme nummers waarvan A Baby Got Back On Its Feet, de titeltrack, PKR, Low Black Clouds, Money Man en Sunshine Out Of The Rain later eventueel toegevoegd kunnen worden aan een carrière-overzicht. She Paints Words In Red is een prima album vol ambachtelijk gemaakte nummers, maar haalt nergens het niveau van de triomfjaren. Niettemin een meer dan blij weerzien.