Of het nu bewust was of niet. Door het aanvankelijk vermijden van media -sociale en traditionele- snelde de hype het Londense Black Midi vooraf. De vier jonge Londense snaken bouwden ondertussen wel aan een uitmuntende live-reputatie in het lokale circuit. Op hun Bandcamp-pagina bewijzen ze ook niet vies te zijn van een beetje dwarsigheid. Je kunt er flarden muziek vinden van hun nummer ‘Crow’s Perch’ of een live-registratie van een optreden dat ze deden met levende legende Damo Suzuki. De singles die ze al uitbrachten moet je digitaal maar ergens anders gaan zoeken. De fysieke exemplaren zijn nog een apart verhaal. Want die kon je enkel krijgen op shows of in heel beperkte oplage in een kleine selectie platenwinkels. Schaarste creëren. Vraag was dan ook of ze met hun album de opgeschroefde verwachtingen kunnen waarmaken. Bij de eerste luisterbeurten hadden we een beetje twijfels en die zijn niet helemaal verdwenen. Nummers als het lekker uit de bocht scheurende ‘Speedway’ of het hoekige ‘bmbmbm’ kenden we al van eerdere releases. Van de halve radiohit ‘Talking Heads’ is trouwens geen spoor te vinden op deze plaat. Maar wel zeven andere nummers dus. En die verkennen vaak het gejaagde, hoekige -duidelijk door Afrikaanse ritmes – beïnvloedde indiegeluid dat we van die nummers kennen. Met ‘Reggae’ bouwen ze een rustpunt in. En ook op het uitgesponnen ‘Western’ verkennen ze al andere oorden. Het zijn die nummers die ervoor zorgen dat we durven te zeggen dat dit toch een geslaagd debuut is. Uit eigen ervaring kunnen we trouwens zeggen dat van die vooruitgesnelde live-reputatie niets gelogen was.