Na een hele reeks singles is er nu het debuut van The Pocket Gods, een Brits bandje dat net als The Low Countries en Uber Dramm tot de kleine stal van het Londense Nubcountry Records behoort. Vijftien nummers hebben ze samengebracht voor deze release, waarvan de helft memorabel en de andere helft abominabel te noemen is. Jombal Party bijvoorbeeld is een heel aanstekelijk feestnummer, een naïef gebracht punky popliedje dat charmeert net omdat het rammelt aan alle kanten. Soldiers Of Love is aandoenlijk klungelig, lo-fi als de pest maar toch mooi. Shark doet wat denken aan The Jesus And Mary Chain terwijl Vvbud The Beatles tot leven brengt. Wat de plaat, en een groot deel van de nummers, de nek omdraait zijn de nogal puberale teksten over vooral seks. Oily Smooth Penetration gaat eraan ten onder, en zo zijn er nog wel een zestal tracks op te noemen die puberale onderbroekenlol hoog in het indievaandel voeren. Amerikaanse college radiostations zouden best wel eens overstag kunnen gaan voor deze plaat, net omwille van die paar ferme nummers. De rommelig aandoende wanorde nemen we erbij, die zwakke nummers niet. Sandringtonsput wil geforceerd ludiek overkomen en slaagt daar maar voor de helft in. IJzersterk en bereslecht wisselen elkaar af, en alleen single en supernummer Jombal Party zullen we ons volgend jaar nog herinneren.