S/t

Secte wordt gevormd door het duo Gregory Duby (gitaar, K-Branding, Jesus Is My Son, Solah) en David C. (drums, Vitas Guerulaitis, Tat2noisact). Beiden onderhouden al jaren samen een cult (Secte) in de Brusselse noisescene. Voor het langspeeldebuut als Secte kiest het tweetal echter voor andere muzikale wateren. De kosmopolitische grootstad waarin ze vertoeven, met een mengeling van allerlei culturen, wordt gretig opgenomen en verwerkt in de zeven nummers. Heel wat Zuiderse invloeden, zeker goed te merken aan het gitaarspel, doorspekken de instrumentale nummers. ‘Longa D’ bevat dan weer knipoogjes naar surf en meer specifiek Dick Dale. ‘Syria’ en ‘Fin de Sabbat’ zijn losser van vorm. Soms vertrekken Duby en C. vanuit de platgetreden paden van de postrock, om die al snel te verlaten en te duiken in alle klanken die hun leefwereld binnen sijpelen. Een beetje alsof het Midden-Oosten altijd om de hoek ligt. Niet de door oorlog verscheurde taferelen met bijgaande ellende maar de aangename sfeer van een warm land in feeststemming. Het gros van de stukken klinkt eerder ingetogen, om niet te schofferen. Tot plotsklaps de euforie doorbreekt en het duo stevig aan het (post-)rocken gaat. Veelzijdig in zijn eenvoud, dat is Secte.

Het kwartet Endless Dive, deels afkomstig uit Brussel en deels uit Doornik, doorspartelen sinds 2019 een hobbelig parcours om hun tweede plaat klaar te krijgen. Het is uiteindelijk gelukt. De lange duurtijd gaf de vier de tijd om diep te graven, er meer van zichzelf in te stoppen. Dat vonden ze namelijk ietwat mankeren op voorganger ‘Falltime’. Dynamisch klinkende postrock is wat de band op ons loslaat. In de weids klinkende nummers laten ze net zo goed invloeden van ambient als hardcore toe, wat de variatie ten goede komt. Doorwrocht, goed gemaakt maar jammer genoeg weinig vernieuwend is ook bij dit album, zoals bij veel postrockplaten, onze uiteindelijke conclusie.

Het Australische duo The Sea Shall Not Have Them pakt het slimmer aan. Zeven jaar deden ze er over om een vervolg te breien aan debuut ‘Moth’. Het levert meteen een zeer gevarieerd album op. Opener en titelnummer ‘Debris’ is postrock volgens het boekje. Op één nummer na, het met een shoegazesausje met een gothic tintje overgoten ‘Lower The Sky’ met Ed Fraser van Heads en Kino Motal op zang, houden Curt Emerton (gitaar) en Mat Wilton (drums) het puur instrumentaal. Voor ‘Everything Melts’ haalden ze er Ian Haug (Powederinger, The Church) bij, meteen het sterkste nummer van de plaat. Het duo blijft er alles aan doen om de postrockval te ontwijken en slaagt daar heel behoorlijk in. Veel variatie, veel invloeden, het inzicht om goede nummers te maken, de Aussies hebben het allemaal.

tekst:
Patrick Bruneel
beeld:
Secte_
geplaatst:
vr 18 mrt 2022

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!