Way back in 1998 sloeg Swayzak gensters met hun debuut, er gingen een paar 12 aan vooraf, Snowboarding In Argentina om twee jaar later – de eeuwwisseling was een feit al even hard terug te slaan met Himawari. Swayzak, het duo David Brown en James Taylor grossierden in minimale house, crispy beats en loepzuivere producties en torpedeerden zichzelf in geen tijd tot een van de belangrijkste spelers van de scène. Vooral de productietechnieken van het duo James Taylor ging tussendoor even solo en bewees met zijn uitstapje Carthage Milk het eigenlijke brein van Swayzak te zijn vielen op en zorgden ervoor dat K7 de groep onder contract nam. Met Dirty Dancing evolueerde de groep in de poprichting. Een trits gastvocalisten werd aangetrokken en de alternatieve hitparade lonkte vurig. Toch was het vooral de donkere dansvloerkraker I Dance Alone met bijstand van Carl A Finlow (het schizofrene alter ego van Dntel) en Adult die zijdelings bewees dat Swayzak in essentie danceproducers zijn. Een theorie die ook op Loops From The Bergerie van toepassing was. Loops was te doordacht, wilde teveel een popplaat zijn en miste daardoor slagkracht, identiteit en inventiviteit. Met Route De La Sack Remixes and Rarities zet Swayzak een degelijke plaat neer (geen tussendoortje wat dergelijke compilaties vaak zijn). Het duo doet wat een goede remixer moet doen: de authenticiteit van het origineel bewaken en het ontrafelen, infecteren en opwaarderen. Ook hier is het duo pas op topsnelheid als het zich kan wagen aan pure dansmuziek. De bewerking van Devil Of Rotations, een minimale stamper van Minusartiest Therom of de Slam cut-up Human worden met verve ingekleurd en steken torenhoog uit boven de popinfiltraties van Tahiti 80 of de spokenword meets soul van Ursula Rucker of een overbodige bewerking van een slepend ‘Sonata For Petra’ van George Sarah. Swayzak komt het meest tot recht op gitzwart vinyl, keurig gepast in een wit jasje en daar is niets mis mee.