Op zondag moest Peter Bruyn heel rustig op zijn stoel blijven zitten om maar geen orkaan te starten bij Leslee Smucker, terwijl Hasret Emine mijmert over de tijd van cellist Arthur Russell tijdens het concert van Pamela Z. Dat alles is ook Rewire. En wat ook Rewire is, is twee verschillende meningen op hetzelfde concert: dus hebben we niet één, maar maar liefst twee recensies van het Patti Smith concert. De keuze is voor de lezer!
Leslee Smucker
Evenals op vrijdag begint ook op zondag mijn festivalprogramma weer met een performance of concert dat draait om stilte die eigenlijk helemaal geen stilte is. Al is de achterliggende gedachte bij violiste en componiste Leslee Smucker een totaal andere dan afgelopen vrijdag bij het werk van Eliane Radigue het geval was. Smucker lijkt het vooral te doen om receptie van geluid.
Haar streven bij deze performance is een ‘prikkelarm’ concert waarbij de toehoorder zich vooral bewust wordt van het geluid van het eigen lichaam. Daar zit uiteraard een element van contradictie in: waarom produceert ze dan überhaupt nog klanken en dirigeert ze haar toehoorders dan geen geluiddichte ruimte binnen? Tegelijkertijd is haar aanpak weldegelijk uitdagend.
Met een nauwelijks hoorbare drone als basis – die bijna klinkt als een verre resonantie – strijkt ze spaarzaam haar viool. Extreem zacht en zonder de geringste onverwachte wending – iedere prikkeling is taboe. Na een minuut of wat zet ze haar viool terug op het statief, neemt plaats achter een tafeltje met daarop twee klankschalen – ieder rustend op een dik boek – en neuriet. Wederom heel zacht. Zijn het nu de klankschalen die je hoort resoneren, of is dat nog steeds diezelfde zachte, elektronische drone?
Er is druppelend water. Er is iets wat op een E-bow lijkt, waarmee de schalen op een gegeven moment heel subtiel tot klinken worden gebracht. Alles extreem delicaat. Het publiek beseft dat iedere zucht, kuch of zelfs het verschuiven van de billen op de stoelzitting hier als een orkaan klinkt.
Ondertussen blaast Smucker heel zachtjes wat in een schelp. Ze is op blote voeten en draagt een jurk die een monnikspij uit een designercollectie zou kunnen zijn. Geluid van buiten dringt nauwelijks binnen. Wie heel goed oplet hoort een enkele keer, ver weg, een passerende tram.
Of het werkelijk het geluid van je eigen lichaam is waar je je bewust van wordt, is de vraag. Maar dat je je hier steeds meer bewust wordt van het ‘verschijnsel geluid’ staat als een paal boven water. Op verzoek van de componiste eindigt de performance met een geluidloos applaus: Handen die elkaar frequent naderen, maar nooit raken. (pbr)
Ghosted (Oren Ambarchi / Johan Berthling / Andreas Werliin)
Gitarist Oren Ambarchi is één van de drone-prinsen van de hedendaagse muziek. Op de zondagmiddag speelt hij in de volle Koninklijke Schouwburg met zijn trio Ghosted – met de Zweedse bassist Johan Berthling en diens landgenoot Andreas Werliin op slagwerk. Beide Zweden spelen verder onder meer in de diverse Fire!-formaties van soxofoonreus Mats Gustafsson.
Het concert van Ghosted blijkt in meerdere opzichten het tegenovergestelde van ‘prikkelarm’. Na een wat aftastende ouverture – als je dat zo kunt noemen – komt de ritmesectie op stoom in een fraaie en complexe ‘groove’. Ambarchi probeert daarbij aan te sluiten, maar blijkt vooralsnog meer met de knoppen van zijn elektronica dan met zijn gitaarsnaren in de weer. Na een minuut of vijf lijkt hij toch het geluid gevonden te hebben waarnaar hij op zoek is: Een soort gorgelende onderwaterklank die nog het meest doet denken aan een Hammondorgel. Dat verklaart direct de aanwezigheid van een grote bruin-houten Lesliebox op het podium naast de gitarist en die hoorbaar bij het gitaargeluid betrokken wordt.
Vanaf dat moment word het echt goed. Terwijl bassist Berthling onverstoorbaar het muzikale moederschip bewaakt, zoeken Werliin en Ambarchi de vrijheid op. Na een klein half uurtje verruilt de bassist zijn contrabas voor een basgitaar en begint het hele proces opnieuw. Alleen smeedt Ambarchi zijn gitaargeluid nu niet om tot een Hammondsound, maar tot iets scherpers en agressievers, waarbij hij de elektronica zo nu en dan amper in de hand weet te houden. Een opmerkelijk contrast met de nog immer ambachtelijk spelende drummer en bassist. De gitarist lijkt pas tevreden als hij zijn instrument als en soort op hol geslagen doedelzak weet te laten klinken.
Het eerste deel van het Ghosted-concert mag in esthetisch opzicht zondermeer een juweeltje worden genoemd. De tweede helft vraagt wat meer van de luisteraar, maar is zondermeer uitdagend. (pbr)
Tatiana Koleva & Zhivko Vasilev
Van een totaal andere orde is het speciaal voor Rewire gecomponeerde concert van percussioniste Tatiana Koleva en fluitist Zhivko Vasilev. Beiden Bulgaars. Vasilev is speciaal voor het festival naar ons land gekomen, terwijl Koleva al vele jaren in ons land woont en geldt als specialiste met betrekking het repertoire van onder meer Xenakis en Andriessen.
De twee excelleren in extreme combinaties. Hun concert is folklore versus avant-garde. Ze zijn diep geworteld in de klassieke traditie, maar tegelijk veelvuldig in de weer met elektronica. Ze kunnen improviseren maar tegelijk uit de voeten met complexe partituren.
Ze schreven speciaal voor deze duo-bezetting een half dozijn stukken die alle ruimte bieden om beider virtuositeit te etaleren. Vijf, tien, vijftien minuten vergaap je je daaraan. Maar teveel virtuositeit slaat dood. Of beter: het doet de aandacht onherroepelijk verslappen. Uiteindelijk is het een ‘remix’ van ‘Rebonds’, een solo-percussiestuk van Iannis Xenakis in twee delen, uitgevoerd door Koleva, dat de toeschouwers weer bij de les brengt. (pbr)
Pamela Z
De muziek van Pamela Z valt denk ik het beste te beschrijven als ‘Rewire muziek.’ Experimenteel, ondefinieerbaar, speels en uitnodigend om even buiten de lijntjes te kleuren. Op de zondagavond van het festival speelt ze verschillende avant-garde composities, onder meer van haar meest recente plaat ‘A Secret Code’. Pamela Z is precies de soort act die ik voorstel in experimenteel podium The Kitchen in de jaren zeventig. Ik beeld me in dat ze is geboekt door muzikant en cellist Arthur Russell, die vast dol op haar was. Sterker nog, The Kitchen heeft haar ook al een aantal keren geboekt, recent nog in 2019. De associatie kwam in me op door de manier waarop Z extreem muzikaal blijft in de vele experimenten van de set, iets waar een act als Russell ook sterk in was. De queen of loop gebruikt niet alleen het looppedaal regelmatig, maar speelt ook met een body synth: een klein instrument die klanken produceert op basis van haar lichaamsbewegingen. Zowel technisch als melodisch is Z het sterkst wanneer ze juist iets minder met de loop speelt en iets meer leunt op de body synth, waarmee ze via specifiek getimede bewegingen klanken laat horen op precies de juiste momenten. Nergens klinkt de set te doordacht of getimed, Z neemt de muziek even serieus als dat ze het publiek laat schaterlachen. (emi)
Okkyung Lee’s Yeo-Neun Quartet
Okkyung Lee werd geboren in Zuid-Korea, vertrok een kleine dertig jaar geleden naar de Verenigde Staten on cello te studeren en maakt nu al meer dan een kwart eeuw deel uit van de downtown avant-gardescene van New York. Ze is te horen op talloze albums, van John Zorn tot de Swans en beweegt zich moeiteloos van alternatieve pop, via impro naar hedendaags gecomponeerd en weer terug. In 2016 stelde zij haar eigen ‘string-quartet’ samen, Yeu-Neun, waarvan in 2020 het eerste album verscheen.
Daarbij moet je niet denken aan de vertrouwde bezetting van cello, altviool en twee violen. Uiteraard speelt Lee zelf de cello, maar ze heeft zich omringt met een contrabassist, een harpiste en een pianist. Weldegelijk vier snaarinstrumenten, die echter als ensemble een unieke klankkleur opleveren. Het repertoire bestaat uit de tien stukken van het debuutalbum.
Naast elkaar staan en zitten ze op het podium van de Koninklijke Schouwburg. De eerste stukken die gespeeld worden klinken nog vrij traditioneel, maar tegelijk beslist onderhoudend en esthetisch. Pas in het derde nummer is er iets wat je voorzichtig ‘ontregeling’ zou kunnen noemen. Vervolgens richt Lee zich tot het publiek en vertelt dat ze zich bij het componeren heeft laten leiden door herinneringen uit haar tienerjaren: volksmuziek, science-fiction en pophits.
De daaropvolgende stukken zijn wat avontuurlijker. Het nummer ‘uiro (up and up and up)’ is gebaseerd op een oplopende toonladder, die doorgaat tot ongeveer de hoogst te spelen noot op de cello bereikt is. Uiteindelijk is het niet het spektakel, maar simpelweg de klasse van de vier musici die het optreden memorabel doet zijn. (pbr)
Peter Bruyn over Soundwalk Collective & Patti Smith
Voor aanvang van het concert van Okkyung Lee en haar kwartet hoor ik op de rij achter mij in de schouwburg iemand aan haar buurvrouw vragen: ‘Waar ga jij hierna naartoe?’
‘Naar Patti Smith,’ luid het antwoord. ‘The grandmother of punk,’ voegt ze daar met nauwelijks verholen bewondering in haar stem nog aan toe.’ Ze blijkt niet de enige.
Rond half negen is de grote zaal van Amare, met meer dan duizend plaatsen, tot de laatste stoel bezet voor het Soundwalk Collective met als speciale gast Patti Smith – in die volgorde – en de wereldpremière van het multimediaproject ‘Correspondences’. Verder van de punk kun je je nauwelijks verwijderd zijn. ‘Correspondences’ representeert ongeveer alles waar punk zich tegen verzette: Het is pretentieus, ‘poenerig’, betweterig, humorloos. En daar sta je dan als ‘punk-oma’.
Met de boodschap van het project is niets mis: We gaan helemaal verkeerd om met de aarde die ons heeft voortgebracht en die we als mensheid in rap tempo aan het vernietigen zijn. Dat kan niet vaak genoeg herhaald worden. Maar hoe breng je dat verhaal, daar gaat het om.
Het Soundwalk Collective kiest voor een immens videoscherm waarop natuur en apocalyps elkaar afwisselen. Er is een handvol musici die samen een abstracte ‘soundscape’ produceren. En er is Patti Smith, een vrouw die in het verleden fantastische muziek heeft gemaakt en nu als een soort oude sjamaan haar volgelingen toespreekt. Er is geen enkel speels element, geen sprankje relativering. En dat voor een zaal met ruim duizend culturele vrijdenkers. Avant-gardeliefhebbers die ongetwijfeld precies dezelfde zorgen en ideeën hebben wat de leefwereld betreft, en die je daarom best en beetje meer zou mogen prikkelen of zelfs provoceren.
Een ‘deceptie’ zou ik het niet willen noemen. Wie eerdere programma’s of albums van het Soundwalk Collective kent, weet dat dit het soort werk is dat ze maken. Smith mag dan de ‘Grandmother of punk’ genoemd worden, het Collective zijn bepaald niet de ‘Grandchildren of Punk’. Waarschijnlijk zijn ook veel meer mensen naar de performance gekomen op basis van de naam en gastrol van Patti Smith, dan vanwege het Collective-concept.
‘Correspondences’ blijkt een preek van vijf kwartier, ondersteund door donkere, dronende muziek en artistiek bedoelde, maar oersaaie beelden. Een kerkdienst is het, weinig anders dan dat. En een kerkdienst is ongeveer een laatste waarvoor ik naar Rewire kom. Een kleine halve eeuw volg ik de carrière van Patti nu. Halverwege de jaren zeventig kocht ik haar eerste platen, haar vroegste poëziebundels, zag haar minstens tien keer live, koester haar memoires. Wat zou ik graag tienduizend van haar politiek correcte woorden op dit Rewire hebben ingeruild voor één lekker refreintje: Een fragmentje ‘Pissing in a River’, een paar akkoorden ‘My Generation’. Een vleugje werkelijke inhoud. Substantie. (pbr)
Hasret Emine over Soundwalk Collective & Patti Smith
De zaal zit al vrij snel vol voor de headliner van het festival, Patti Smith. Wie een punk concert verwacht zal voor een onaangename verrassing komen te staan: ook dit is een typisch Rewire optreden, bedoeld om onze geesten te verruimen. De poëzie van Smith is, zoals altijd, kritisch en politiek en valt mooi over de soundscapes en visuele keuzes van Soundwalk Collective. Smith is jarenlang taboe brekend geweest: haar liefdevolle vertelling van haar relatie met kunstenaar Robert Mapplethorpe in ‘Just Kids’ is niet alleen een van de mooiste liefdesverhalen ooit, maar ook verweven met de onderdrukking van homoseksualiteit en de nalatigheid van Aidspatiënten. Anno 2023, op het podium in Amare, klinken haar teksten ineens een beetje verouderd. De roep om een rechtvaardige wereld vanuit het oogpunt van de slachtoffers van Chernobyl komt niet helemaal overtuigend over. Tegenwoordig zien we dat bewustzijn ook kan worden opgewekt zonder dat het perspectief van de slachtoffers, in veel detail, door een buitenstaander wordt naverteld. Het zijn de slachtoffers zelf die steeds meer aan het woord zijn, zonder een tussenpersoon die hun woorden voor ze vertaalt naar een poëtische vertelling die bedoeld is om mensen te raken. Het meeleven lijkt hier zelfs een beetje geforceerd. Na de show, die een half uur langer duurt dan het programmaboekje suggereerde, besef ik dat Smith inmiddels niet meer voorbij haar tijd is, maar misschien zelfs een beetje achterloopt. De show zakt daarom al vrij snel in een soort sleur van twijfels, al zijn de drone-achtige klanken mooi genoeg om niet volledig te vervelen. Haar taboe brekende werk zal nooit worden vergeten – al is het goed dat in oktober 2022 eindelijk het nummer waarin ze zichzelf meermaals het n-woord noemt, van streamingdiensten af is gehaald – maar de woorden van Smith hebben de urgentie verloren die ze decennialang met zich meedroegen. (emi)
Kelela
Er zijn twee soorten mensen op de wereld: zij die Soundwalk Collective met Patti Smith als afsluiter van Rewire kiezen en zij die, na of ondanks die show, nog even gaan kijken bij Kelela. Haar tweede album ‘Raven’ kwam afgelopen februari uit, zes jaar na haar debuut ‘Take Me Apart’ die op menig eindejaarslijstje in 2017 werd verkozen tot album van het jaar. Ik had Kelela zelf nooit in het Paard geprogrammeerd, het geheel van de productie en haar zang komt niet helemaal gebalanceerd naar voren. Hoe prachtig haar stem ook is, de gebrekkige geluidskwaliteit van een zaal die niet geschikt is voor een volgens Kelela ‘dance party with live vocals’ stoort aanzienlijk op momenten waarop haar stem het prachtigst klinkt. Toch is de sfeer in de zaal euforisch: het publiek zingt bijna ieder woord mee, telefoons hoog in de lucht om vast te leggen dat we een tijdloze act als deze van zo dichtbij mogen bewonderen. De Amerikaanse zanger zal opnieuw op menig eindejaarslijstje belanden met ‘Raven’, waarschijnlijk ook die van mij, maar voor nu geniet ik nog even na van haar gecontroleerde, boterzachte live vocalen. (emi)