Opal Tapes, door velen eind vorig jaar tot meest inspirerend label van het jaar. Het moet gezegd, 2013 was het jaar der bevestiging voor Stephen Bishop en zijn steeds weer uitgekiende keuzes. Er worden cassettes bij de vleet uitgebracht. Het is moeilijk steeds op de hoogte te blijven van alles wat bij Opal Tapes verschijnt. Een van die namen was voor deze Gonzoist bijvoorbeeld Lumisokea terwijl op internet de buzz rond het duo al druk doende is.
Stephen Bishop verzamelde 1991, Karen Gwyer en Lumisokea rond zich heen en de bende reisde samen een tien dagen door het Europese vasteland. Een oproep online en een bevestiging later spelen ze allen ten dans in de Balzaal van de Gentse Vooruit, netjes op een rij.
Het muzikale alterego van Bishop, Basic House, beet de spits af. De zaal moest nog vollopen maar dat deerde Basic House niet om meteen zijn ruigste lawaai te selecteren en even wat klanken te plukken uit het vorig jaar verschenen ‘Oats’. Al gauw ruilde hij het onbeduidend geluid in voor veel, heel veel gruis, ondersteunt door ontzettend langzame beats. Basic House creëerde onrust en ongemak in een veel te korte set. Hij sleurde je mee naar zijn industriële UK badlands waar verval welig tiert.
Ook 1991 bracht veel ongemak in zijn set. Hij speelde beduidend langer en gebruikte de tijd genereus om zijn lange klanken wijd uit te spinnen en op te vullen met plagerijen. Hij prikte met elementen uit rave en jungle. Zoals Lee Gamble het vorig jaar deed, maar dan zonder het dwingende dansritme. Toch graaien zijn bassen om zich heen en heeft zijn set iets verontrustend en onheilspellend. Doordat het publiek licht apatisch op de grond zit, klampt 1991 niet aan je vast zoals bijvoorbeeld Oneohtrix Point Never de laatste maanden weet te doen. Toch, het was een positief vermoeiende trip. En hard.
Hard. Het is wat je ook van de performance van Lumisokea kan zeggen. Het Belgisch/Italiaanse duo combineert noise met techno. Een beetje zoals Kerridge of Metasplice doet, maar dan heel wat minder goed. Het duo zet frontaal in op hun bass. Van tergend traag en slo-mo transformeert het ritme langsheen jungle ritmes tot complete razernij. De bassen gaan hard en diep, maar na een zoveelste mokerslag slaat de vermoeidheid toe. Waar dat je eerst wilde dansen, laten plots de bassen je compleet stoïcijns. Want het is weeral een herhaling van het vorige ritme, dat nog steeds hard gaat, nog steeds diep. Even wordt alles stilgelegd, wordt er een weinigzeggend noisestukje toegevoegd dat weliswaar even de sfeer breekt, maar deze tegelijk ook nog meer vernietigd. Er wordt geen dans ingezet. De enige die dansen zijn Lumisokea zelf, op een ander lied, hun bewegingen kloppen niet. Het is vreemd bij een act die zo op ritme inzet.
Compleet anders wordt het met Karen Gwyer die de ritmes en het ongemak achterwege laat om zwoel bewegend achter haar Casio laagjes op te bouwen. Wat ze bracht, klonk als een enorm uitgesponnen versie van ‘You Big’ uit haar Opal Tapes-cassette ‘Kiki The Wormhole’. Ze zet in met een lange drone die ze minutenlang in de ban houdt, waarvan ze de klanken verandert en andere weer toevoegt, laagje op laagje op laagje op laagje. Een drumritme zet in, bescheiden. Het drumritme wordt een dansje. Terwijl haar laagjes op plaat soms kil en te klein klinken, geniet haar geluid van de grote luidsprekers en groeit het dansje uit tot een warme dans, groots en bevangend. Gwyer lijkt in een andere wereld te vertoeven, slechts af en toe werpt ze haar blik streng op de mengtafel om dan weer een zwevend extraatje aan haar geluid toe te voegen. Laag op laag en de sublimiteit van haar sound begint te schitteren. Slechts 30 minuten gunt ze je. Een allesvervullend vluggertje.
Gezien: Opal Tapes Labelnight, 6 februari 2014, Vooruit Gent