TodaysArt festival – Den Haag – 25 september 2010

Dag twee van TodaysArt 2010. In de hal van het Haagse stadhuis staat ‘!’, een installatie van Anke Eckardt. In het TodaysArt-programmaboekje is die titel wat nietszeggend, zeker in het licht van de met grote woorden gevulde omschrijving (en in het nachtelijk gebrek aan licht dat al dat blauw op wit maar net leesbaar maakt), maar blijkt aardig gekozen. Het experiment in ‘vertical hearing’ is een auditieve simulatie via een metershoge baan speakers van iets dat recht naar beneden stort, eindigend in een hele dikke punt er onder in de vorm van een zware basnoot die ook nog eens een grote interfererende rimpel veroorzaakt in een bak vloeistof. Iedere paar minuten dendert de enorme dreun door het atrium heen, dat door niet veel meer dan een gordijn gescheiden is van de hal en als een joekel van een klankkast fungeert.

39652925
Ólafur Arnald

Ólafur Arnalds vertelt dat hij er na een middag soundchecken inmiddels hoofdpijn van heeft gekregen, die dreun. Hij meldt ook dat hij een beetje was geschrokken van de omvang van het atrium – dat met al dat wit en palmen meer aan een gebouw in een golfstaat doet denken dan aan Den Haag – wat ik me wel kan voorstellen, gezien de intimiteit die zijn muziek doorgaans behoeft. Desondanks weten hij en zijn ensemble van vier strijkers en een laptopper de grote ruimte te verkleinen met herftsmelodieën die klinken als nostalgische jeugdherinneringen. Een gevoel dat versterkt wordt door achtergrondprojecties van silhouetten van mobielen zoals ze boven de wieg hingen, die als in een droom tot leven komen en wegvliegen. Het is niet alleen maar melancholie; er zitten ook een paar moeilijke herinneringen tussen, getuige de nummers vol bliksem en donder. Een fraai concert, en dat de link met het thema ‘love the real city’ me ontgaat zal me worst wezen. De laatste noot is nog niet weggestorven of we worden weer begroet door Eckardt’s basdreun.

Kort later arriveer ik in de Lutherse Kerk, voor een zeldzame uitvoering van György Ligeti’s ‘Poème Symphonique for 100 metronomes’. Gecomponeerd in1962 tijdens zijn korte betrokkenheid bij de Fluxus-beweging, wat het bedoeld als kritiek op de staat van de avant-gardistische muziek van dat moment. Anno 2010 zal het geen controverses meer teweeg brengen zoals destijds, en laat iedereen zich braaf tot stilte manen terwijl de honderd metronomen tikkend aftellen naar het einde van hun aandeel in het geluidsgedicht. In het begin klinkt het verdacht als regen (waar de geest van vol is en zo), maar naar mate er meer apparaten aan het einde van hun veer zijn gekomen, ontstaan er heel even herkenbare patronen, die meteen weer verdwijnen. De honderd identieke zwarte apparaatjes die allemaal net iets anders doen me denken aan de schimmen van Structet, gisteren, maar de muzikale climax gaat hier de andere kant op. Uiteindelijk blijven er nog maar twee tikkende metronomen over, en iedereen zit stilletjes met zichzelf te wedden wie de ultieme volhouder gaat zijn. Wanneer ook die laatste er mee op is gehouden, kunnen de meeste mensen een glimlach niet onderdrukken.

sub objective shadows
Sub/Objective Shadows

In de periferie van het festival, in het als tijdelijke expositieruimte ingerichte Bed ‘elZE’, tref ik een aantal andere visies op de illusie van herkenning en – alweer – patroonvorming. Onder de noemer ‘Digital Class Of 2010’ wordt een aantal installaties tentoongesteld. In ‘Phase=Order’ van Joris Strijbos interacteert een verzameling van 96 kleine plexiglazen schermen met hun omgeving. Aangedreven door servomotoren bewegen de individuele schermen in reactie op de bewegingen in zowel de expositieruimte, als van de andere leden van de zwerm. Misschien is ‘vlucht’ een beter woord, want de elegant als één geheel reagerende schermen doen sterk denken aan een vlucht vogels. Al bewegend reflecteren ze tevens het licht van een spot, waardoor tussen de schermen steeds wisselende interferentiepatronen ontstaan. Ook erg mooi is Merlijn van Eijk’s ‘Sub/Objective Shadows’, dat speelt met de vraag welk van de beelden die we van een object in de ruimte zien de werkelijke is. Met fel wit licht worden vlakken geprojecteerd op een reeks in het donker hangende kubussen, en wel op zo’n manier dat de projecties zelf meer kubus lijken te zijn dan die waarop ze geprojecteerd worden. Het contrast tussen de ‘echte’ objecten en de muur er achter is minimaal, waardoor ook de het schaduwspel op de achterwand tastbaarder lijkt dan de kubussen. Door constant in- en uitzoomen van de projector krijg je nauwelijks vat op wat je ziet, wat de illusie versterkt.

090612 slug duo 550
Slug Duo

Iedere keer dat ik in Theater Aan Het Spui kom lijkt er of net een voorstelling begonnen en niet meer toegankelijk, of willen er zoveel mensen de zaal in, dat een groot deel weer wordt weggestuurd. Misschien is de toeloop groter dan verwacht (of kan ik gewoon niet plannen), maar gelukkig is er nog plaats genoeg bij Klimek, die samen met het Poolse improvisatietweetal Slug Duo het stuk ‘Worlds Of War’ ten gehore brengt. Die titel is een voorbode, want het stuk is aanmerkelijk heftiger dan de kalme ambientcomposities die Klimek doorgaans maakt. De geluiden die de Duitser uit zijn computer tovert doen me denken aan een wandeling door een grote stads-jungle: druk, lawaaiig, constant in verandering, met veel geluidsflarden die je net niet herkent. Slug Duo improviseert er overheen op drums en saxofoon. Niet mijn meest favoriete instrument, om het voorzichtig uit te drukken, maar het geluid blijft zeer abstract, en past daarmee mooi in de af en aan golvende kakofonie. Hoewel de improvisaties redelijk coherent blijven, heeft de compositie toch iets oeverloos, en net te weinig zeggingskracht om tot het einde boeiend te blijven. Maar dat bijna de halve zaal het voortijds al voor gezien houdt, is onterecht.

Met de saxofoon waarmee Nacho Patrol hun funky Afrobeat menen te moeten opluisteren heb ik dan weer wel moeite, maar gelukkig lijkt tenminste een deel van het publiek het wel te kunnen waarderen. In de kleine zaal draait In Flagranti inmiddels clubstampers, maar de beloofde cosmic disco wil niet echt van de aarde los komen. Wie wel helemaal los gaan zijn Uwe Schmidt’s exoticavehikel Señor Coconut plus orkest, met vanavond de Venezolaanse zanger Argenis Brito als voorman. Strak in het pak en met goede zin werken de heren zich door een Latin-set heen. Toegegeven, er zullen maar weinig bands zijn die het presteren om back to back Sade’s ‘Smooth Operator’ en Kraftwerk’s ‘Showroom Dummies’ te spelen, maar ik was daar eerlijk gezegd wel blij om. Het lijkt er trouwens op dat het festivalthema op deze avond helemaal is losgelaten, maar misschien moet ik niet zoeken naar patronen die er niet zijn. Later in de nacht zullen onder meer Nortec Collective, Andy Votel en Unit Moebius nog hun ding doen, maar ik ben dan alweer op weg naar een andere stad. Misschien is de echte stad wel die waar je bed staat.

tekst:
Maarten Schermer
beeld:
39652925
geplaatst:
di 28 sep 2010

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!