Er zijn veel parallellen te trekken tussen het Dunk!festival – het grootste postrockfestival van Europa en daarbuiten – en het ter ziele gegane Rhâââ Lovely. Muzikaal – al is Dunk! iets zuiverder in de leer – maar ook de gemoedelijke, bijna familiale sfeer, zonder opdringerige security en aanverwante zever.
En nu het Zottegemse festival zich strategisch teruggetrokken heeft op de terreinen rond de Populier, met een festivaltent in plaats van een sporthal, komt dit de festivalsfeer alleen maar ten goede. En kijk, ondanks een financieel tegenvallende negende editie, viert Dunk! dit jaar zijn eerste decennium – een magische grens die Rhâââ Lovely spijtig genoeg net niet haalde.
Het Britse Alright the Captain kaapte twee jaar geleden de trofee weg voor coolste merchandise-stand, en maakt ook op het podium een goeie indruk, met een set die de intensiteit van hun platen oversteeg. Vandaag stonden ze er dus voor de tweede keer, maar in een andere setting. Of liever, er stonden twee groepen samen op het podium: naast Alright the Captain ook tourgenoten Cheap Jazz, waarmee ze de drummer delen. Wie Dunk!festival zegt, zegt in principe ‘postrock’. Maar dat die muzikale stroming veel verder reikt dan slepende opbouwen die ontaarden in uitgesponnen hoogtepunten, werd nog maar eens bewezen door de opener van deze jubileumeditie. Nummers van beide bands versmolten tot een eclectisch klank- en lichtspel, dat ons alleen maar honger deed krijgen naar wat nog moest komen. De driedaagse was goed begonnen, met andere woorden.
Het Dunk!festival geeft kleine bands de kans om in ideale omstandigheden te spelen voor een groot publiek, en dat geldt natuurlijk ook voor de groepen op het eigen Dunk!Records. Naast Motek, Lost in Kiev en het Russische Aesthesys werd het Waalse Terraformer aan de affiche toegevoegd, om de nieuwe plaat ‘Creatures’ voor te stellen. Bij hun vorige passage op Dunk! speelden ze in het midden van de zaal, deze keer kregen ze een plek in het bosje vlakbij de Populier. In deze sprookjesachtige setting deed Terraformer exact wat van hen verwacht werd: beuken met efficiënte riffrock.
Door de late toevoeging van Terraformer overlapte hun set volledig met die van Alias Empire. Daar zagen we dan ook te weinig van om er een oordeel over te kunnen vellen.
Kun je een té goeie kapper hebben? De eerste indruk die het Spaanse Exxasens gaf, was die van een veel te gladde synthpopband uit de jaren 1980. Ook muzikaal werd er in die richting afgetrapt. Vreemd, want op basis van hun platen – en eerste label Consouling Sounds – hadden we een heavy set verwacht. Maar ze begonnen nu eenmaal met hun meest poppy nummers, en de gitaren zaten achteraan in de mix, ten voordele van de synths. Naar het einde toe werd de set steviger, tot hun spacy postrock helemaal goed zat.
De stijlbeschrijving van Zero Absolu – ‘post-noise/shoegaze/math-rock/electronic’ – mocht ons vooraf dan wel de wenkbrauwen even hebben doen fronsen, voor een eenmansproject kwam de Fransman inderdaad verrassend veelzijdig uit de hoek. Samples, gitaar, bas, Octapad en zelfs visuals: alles was minutieus op mekaar afgestemd. Naarmate de set vorderde kwamen werden daar zelfs nog toetsen en zang aan toegevoegd: straf, het moet gezegd. De kracht van een volledige groep evenaren is natuurlijk vrijwel onmogelijk, maar deze jongeman kwam toch aardig in de buurt. En de opvallend talrijke omstaanders, die op dit relatief vroege uur de wind trotseerden, dachten daar duidelijk hetzelfde over. Zero Absolu nu al de ontdekking van Dunk! 2014 noemen, zou misschien wat voorbarig zijn. Maar een aangename verrassing was het zeer zeker.
Opnieuw op naar de main stage dan, waar Steak Number Eight intussen had postgevat. Ze hadden de lichtman duidelijk verzocht spaarzaam te beginnen, want zo donker zagen we de tent niet eerder. Ook de prominentie van de zang in de mix was een unicum op deze eerste dag. En er was nog een derde (iets minder welgekomen) primeur: we waren getuige van de eerste manifestatie van ‘handjes-klappen-in-de-maat’! We kunnen het niemand kwalijk nemen, want zowel sound als uitvoering zat vanaf de eerste minuut bijzonder strak. Bij de sommige flarden tekst – ‘Suck my fucking cock if you don’t like my shit’ – moesten we even slikken (no pun intended). Maar zeer geslaagde klasbakken als ‘Black Fall’ en ‘The Sea Is Dying’ deden ons dat snel vergeten. De nieuwe nummers ontbraken naar ons aanvoelen wat aan ‘gevoel’. Maar we zullen u verder niet teveel lastig vallen met abstracte percepties, en gewoon toegeven dat de gehele set stevig knalde. En zo hebben we het graag.
Na de heftige en zweterige set van Steak Number Eight was het hartverwarmende geknetter van Arms and Sleepers welgekomen. Live valt er met een laptopact in principe niks te beleven, maar toch trotseerde een groot deel van de aanwezigen de kou om de man aan het werk te zien, en terecht. Arms and Sleepers maakt luisterelektronica, maar dan van de soort waarop het aangenaam wiegen is. Glitchy elektronica, catchy samples en een occasionele laidback hiphopbeat passeerden de revue en konden rekenen op warm applaus.
Het Ierse And So I Watch You from Afar was de afsluiter van deze eerste avond. De band kon ons vroeger wel bekoren met de ‘Letters’ EP en hun ‘Gangs’-release, maar bij ‘All Hail Bright Futures’ van vorig jaar haakten we af. Benieuwd dus wat dit live zou geven. In de wandelgangen werd gefluisterd dat de vrolijke, hyperkinetische nummers live wel tot hun recht kwamen, maar ons konden openers ‘Big Thinks’ of zo en ‘Like a Mouse’ toch niet echt bekoren. Vanaf het derde nummer waren we wel helemaal mee. Math-rock van het hoogste niveau, dit ASIWYFA: de ultieme verzoening van techniciteit en gevoel. Ook de bindteksten (‘This song goes out to all the freaks out there’) en de show zelf waren tot in de puntjes uitgewerkt. Dat maakt zo’n show natuurlijk extra genietbaar. Als we dan toch ook een minpuntje moeten meegeven gaan we noodgedwongen voor de intro van het laatste nummer, die ons bij momenten zelfs aan de landgenoten van U2 deed denken. Maar laat dat een kanttekening zijn bij een verder zeer geslaagd optreden van één van de strakste bands van het moment. Of, zoals ze het zelf zouden zeggen, met de hand op het hart: “Thank you! From us to you!”
GEZIEN: Dunk!festival 2014, Zottegem, 18 april 2014
TEKST: De Geluidsarchitect en Nico Kennes
FOTO’S: Wouter De Bolle (www.lenscapes.be) en Michiel De Bolle (foto’s Terraformer)