Erik, de fotograaf en ik zitten in een Sheesha-tent. We roken allebei niet maar laten de vruchtentabak uit de waterpijpen (sheeshas) goed bekomen. We zijn uitgenodigd door DJ UMB, een van de bloggers achter het Generation Bass-blog (over niet-westerse dance muziek) en een van de organisators van het Drop Beats Not Bombs festival in Birmingham. De tent ligt verscholen achter een gebouw op een honderd meter van The Custard Factory. Op het braakliggend terrein ernaast zijn mensen hun auto aan het oppimpen met spoilers en sideskirts. Bij het lopen naar Supersonic vroegen we ons ook al af waar die muziek (vooral hiphop) vandaan kwam. Nu blijkt er achter een hek een terras met banken te zijn, waar de lokale jeugd in hun eigen walm frisdrank drinkt.
DJ UMB praat honderduit over zijn blog, het nieuwe Generation Bass label en zijn optreden op Roskilde. Hij vertelt ons dat The Custard Factory eigenlijk al te commercieel is. Als je de echte underground zoekt moet je bijvoorbeeld naar The Rainbow. Nu vertelt een Engelse fotograaf later dat de afterparty op zondag wel eens in The Rainbow kan zijn, dus wie weet belanden we er nog.
Bij binnenkomst in Place 2, een fabriekshal waar Eagle Twin hun rudimentaire rock (een gitaar, een drumstel) uitstorten, komt Walter Hoeijmakers (alias DJ Walter Roadburn voor vanmiddag) naar ons toe. “Wie verzint het nu om een festival in eind oktober te organiseren” vraagt hij zich ietwat lachend af. De vorige editie werd gehouden in juli, wat de beleving iets aangenamer maakte. En inderdaad: het biertje dat hij ons daarna aanbiedt is lekker, maar de vingers worden bijna gevoelloos. Maar om eerlijk te zeggen is het eten van een shish kebab onder een boog van een brug bij een hittelamp best verbroederend. En ach, dat voelt nog underground.
Walters Roadburn-compaan Jurgen van den Brand gaf ons gisteren de tip mee om aardig te zijn voor het barpersoneel; het zijn vrijwilligers. Maar Lash Frenzy vs. KK Null trekken zich hiervan niets aan. In de Old Library produceren zij een massieve bak noise die misschien niet aardig, maar wel intens is. Door de zaal heen staat er een gitarist, bassist en een trombonespeler terwijl een man met een stroboscoop maniakaal rondloopt. Het beklemt, vooral ook omdat het publiek nu via één deur zowel naar buiten als naar binnen moet.
Voor rust moet je in het theater zijn, waar een paneldiscussie gehouden wordt over Fear of Music. In dit boek probeert David Stubbs een antwoord te geven op de vraag waarom mensen wel naar Rothko kijken, maar niet naar Stockhausen luisteren. Muzikant Brain Duffy en performance artiest Christian Jendreiko zijn zijn tafelgenoten. De discussie is soms levendig (Duffy pakt een casio-synthesizer, slaat wat tonen aan en zegt: “Nu heb ik avant-garde gemaakt” waarop Jendreiko wat op papier krabbelt en zegt: “Ik ook, maar dat van mij verkoopt beter”), maar wanneer de vraag wordt gesteld wie de regels bepaald bij kunst, zakt de discussie in. Ondertussen komen er flarden Ovo de zaal binnen.
Bestaat er zoiets als hard witchhouse? Dan maakt King Midas Sound dat, ook al was de band eerder bezig dan dat het genre werd uitgevonden. Dromerige passages met vrouwenzang worden afgewisseld met harde stukken dubstep. Zeer degelijk optreden. Ook Tweak Bird, het stonerduo, doet het goed. En dat is niet alleen af te lezen aan de twintig fotografen en twee camera’s die er op het duo gericht zijn. De band is live op stoom en op dit moment een van de heetste namen in de indie-wereld.
De fabriekshal met jaren tachtig uitstraling is de perfecte setting voor Godflesh . Het duo wordt als helden onthaald en de doorploegende industrial klinkt nog zo angstaanjagend als het eind jaren tachtig deed. Meteen na het optreden kondigt Roadburn dan ook aan dat de band Streetcleaner in zijn geheel op Roadburn gaat optreden.
Na de boze mannen van Godflesh zijn de Japanners van Melt Banana een frisse wind. Ze beginnen in hun ‘Lite’ versie: alleen Yasuko Onuki en gitarist Ichirou Agata als een doorgesnoven electroduo. Leuk, maar wanneer na vijf nummers de rest van de band zich op het podium begeeft kan het tentdak er echt vanaf. In een uur tijd vlammen de Japanners hun noiserock/speedmetal/hardcore erdoorheen met niet afdoende energie. Hoogtepunt: de negen nummers in 3 minuten tijd. Daar kan Napalm Death nog een puntje aan zuigen.
Meer foto’s zijn te vinden op www.erikluyten.nl