Slechts één aansteller op dag twee van Sonic City 2013

Nadat op dag één van Sonic City de belofte werd waargemaakt keken wij reikhalzend uit naar dag twee. Zondag en dus was er eerst tijd voor een eerder copieuze maaltijd (met kroketten!). Eénmaal voldaan waren we helemaal klaar voor een nieuwe dag muziek gekozen door de heren van Beak>.

Als we De Kreun binnenlopen zien we dat de drie dames van ZZZ’s ook al zijn gearriveerd. Daarover dadelijk meer. Maar in de nog niet echt volgelopen zaal mag het uit Berlijn afkomstige Camera de festiviteiten openen. Het viertal brengt muziek die duidelijk beïnvloed is door Krautrock. De drummer, in korte broek, geeft rechtopstaand flink van jetje. Op zijn drumstel is ietwat amateuristisch de leuze ‘It’s Not True’ gekleefd. Maar het is wel waar, Camera was de ideale opener van dag twee. Niet wereldschokkend, maar wel goed.

Geoff Barrow is niet alleen muzikant, hij runt ook zijn eigen label. Op Invada Records verscheen onder andere het album van Anika. Ook de volgende groep op de affiche, Thought Forms, bracht in 2009 een album uit op dat label. Net als op de platen speelt Thought Forms met muzikale texturen die voortkomen uit shoegaze en postrock. De enorme batterij effectpedalen waarover gitarist Charlie Romijn beschikt worden door hem blootsvoets bespeeld. De zang van Deej Dhariwai verdrinkt grotendeels in de muziek. De band klonk vaak als een smeulende vulkaan die maar niet tot uitbarsting kwam. Maar als het wel gebeurde zoals in ‘We Would Be So Happy If …’ was het wel de moeite.

De dames van ZZZ’s hadden we dus al gespot toen we De Kreun binnenkwamen. Deze drie Japanse vrouwen opereren vanuit New York. Het trio maakt geen liefelijke popdeuntjes. Nee, zij brengen een portie onvervalste no-wave van de bovenste plank. In het begin misschien nog een beetje aarzelend. De band ontpopt zich echter tot een compromisloze machine die niets ontziend uitgroeit tot dé ontdekking van twee dagen Sonic City. We kregen een klein beetje schrik toen we ze op het podium bezig zagen. Later op de avond zien we ze rustig en aimabel keuvelen met een paar bezoekers van Sonic City. Zo zijn ze dus ook.

De twee heren van Vex Ruffin tappen daarna uit een heel ander vaatje. Op de tafel voor hun zien we een laptop en allerhande elektronica. Uit de apparatuur toveren ze een soort avant-gardistische hip-hop met invloeden uit Krautrock, jazz, … . Live is de magie echter ver te zoeken. Haast doelloos dobbert het duo rond. Het geluid is voor onze oren te monotoon om te blijven boeien. Een kleine tegenvaller.

Een van de namen waar we heel hard naar uitkeken op de affiche was Dirty Beaches. Hij bracht dit jaar de bejubelde dubbelaar ‘Drifters/Love Is The Devil’ uit. Oorspronkelijk was Dirty Beaches het werk van Alex Zhang Hungtai, hier heeft hij een kompaan meegebracht. Op het podium stoeit Hungtai met een metalen plaat voorzien van een contactmicrofoon. Uit zijn saxofoon ontsnappen bizarre, bewerkte geluiden. De donkere, koele gemuteerde elektronische blues krijgt hier en daar warmte door de stemmen die worden gebruikt. Net als op zijn albums zoekt Hungtai hier naar bezwering, een uitweg voor zijn frustraties. Dat uit zich ook in schaduwboksende bewegingen die hij op het podium maakt. Op plaat slaagt hij erin om ons helemaal onder te dompelen in zijn wereld. Hier lukt dat maar ten dele. Vaak horen we goeie intro’s en heel eigen geluid. Iets wat we alleen maar kunnen toejuichen. Alleen vergeet hij het soms af te maken en duren de gecreëerde klanklandschappen dan te lang.

Tijd voor een licht psychedelische blonde halfgod met een serieuze hoek af. Nieuw-Zeelander Connan Mockasin heeft duidelijk ook een beetje last van te sterke weed. Veel zin om te spelen heeft hij duidelijk niet. Na een paar nummers begint hij een dialoog met het publiek. Hij brabbelt een eindje weg in een soort van frans. Als hij dan toch eindelijk nog eens aan spelen toekomt horen we die heerlijke sound en stem. Een soort onderwaterversie van Syd Barrett. We zagen op die muziek koppels in elkaars armen vallen. Dan was het optreden een warme deken. Naar mijn smaak schakelde deze dramaqueen iets te vaak over dat geleuter met het publiek. Dat nam zodanig de vaart weg uit het optreden dat het vervelend werd. Maar wel hard gelachen. En dat is ook belangrijk.

Na die ontsporende Nieuw-Zeelander was het de beurt aan het totaal gefocuste Savages. Met de eerste nummers maakten ze vandaag gingen voor de langzame, maar zekere overrompeling. Hun nummer ‘Shut up’ kroop nog in een iets tragere versie dan normaal uit de startblokken. Na een paar nummers vroeg een ietwat dronken West-Vlaming aan de zangeres Jhenny Beth: Are you … kwaad?, Allée how zeg, hoe zeg je dade?”. Zij interpreteerde dat verkeerdelijk als “Are We Bored?”. Nou, nee dus. Want dat was zo ongeveer het sein om nog een versnelling hoger te plaatsen. Wat volgde waren de beste versies van ‘She Will’ en ‘Husbands’ die we de band al hoorden spelen. Naar het einde brachten ze ‘Dream Baby Dream’, een cover van Suicide. Een nummer dat we ook al kenden in de versie van Neneh Cherry And The Thing. Wij vragen ons af wie de beste versie heeft?
Het viertal vuurde haar postpunk met een hoofdrol voor de baslijnen en meanderende gitaren af met een genadeloze precisie. Jhenny Beth, paraderend op haar rode schoenen, en de haren namen geen genoegen met iets minder dan een ware triomf. Die triomf werd compleet dankzij het nieuwe nummer “Fuckers”. Vijftien minuten furieuze postpunk rond het centrale zinnetje“’Don’t let the fuckers get you down”. Nee, dat was hier zeker niet het geval. Eerder een triomftocht. Hét hoogtepunt van het weekend!

De opwarming voor Beak> werd gedaan door Margaret Chardiet. Als Pharmakon kreeg zij hier een kwartiertje de tijd om het publiek onder te dompelen in een donkere industriële noisetrip. Daarvoor gebruikte ze onder andere een stalen plaat voorzien van contactmicrofoon die wild bewerkt werd. Haar schreeuwerige vocalen vormden de bovenlaag van haar noise. Op dat moment wilden we zeker geen ruzie met haar krijgen. Zo wild ging ze tekeer. Maar om nu te zeggen dat we echt omver geblazen werden, dat gaat te ver.

Na dit intermezzo was het de beurt aan de heren curatoren zelf. Beak> roffelde weer de nodige psychedelische krautritmes bij elkaar. In vergelijking met vorig jaar zagen we hier een, misschien iets te, relaxte band. Veel vocale stukken kwamen er niet meer aan te pas. Het instrumentale nam duidelijk de bovenhand. Lekker trippend en ruimschoots de tijd nemend om grappen te vertellen ging de band ruimschoots over de tijd. Eindigen deed de band met een nummer dat langzaam vertraagde qua ritme en ook steeds stiller werd gespeeld. In ons hoofd ontstonden toen al de eerste herinneringen aan dit fijne weekend in Kortrijk.

Sonic City droeg dit jaar een belofte in zich. En die belofte werd meer dan waargemaakt. Twee dagen lang genoten een kleine zeshonderd toeschouwers en achttien bands van één de eigenzinnigste festivals in België. Volgens Barrow zelf in de wereld. Buiten het eten dat beide dagen al vrij vroeg op was, waren er weinig valse noten te melden. Of toch. Er was één gigantische aansteller op het festival. Vlak voor het optreden van Beak> viel een duidelijk benevelde burgemeester van Kortrijk, Vincent Van Quickenborne, binnen in De Kreun. Samen met zijn kompaan begon hij iedereen lastig te vallen. Hij balanceerde een bierflesje op zijn hoofd en haalde andere onzin uit. Kijk, als je echt niets beter kan dan je idioot komen gedragen, blijf dan weg!

Maar goed, dat is iets wat we de organisatoren niet kunnen verwijten. Zij hadden zich namelijk voortreffelijk van hun taak gekweten. Wij zijn al benieuwd naar de curator van volgend jaar. OM? Forest Swords? The Black Angels? Of iemand die niet op de affiche stond. Het zal ons benieuwen.

Gezien: Sonic City Festival – De Kreun, Kortrijk, zondag 1 december

tekst:
Maarten Timmermans
beeld:
Sonic City 2013 - Dirty Beaches
geplaatst:
do 5 dec 2013

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!