De eerste dag van het gratis festival in het idyllische park Olmenhof in Herk-de-Stad lieten we nog aan ons voorbij gaan. Deze avond vol dancegerichte acts was direct goed voor een bezoekersrecord. Bijna 20.000 bezoekers toverden het grasveld rond de vijvers van het park om tot een gigantische openluchtclub.
Op de tweede, meer traditionele, dag van dit alternatieve broertje van Pukkelpop tekenden we present voor een rits degelijke optredens zonder dat we uitschieters noteerden. De spits werd voor ons afgebeten door het Gentse duo Madensuyu. Stijn De Gezelle en Pieterjan Vervondel lieten opnieuw een sterke indruk na met hun uit allerlei vaatjes tapende rock. Na hun passage vorig jaar op Pukkelpop werden we fan voor het leven. En dat zijn we nu nog altijd.
Dat er in Gent altijd vanalles broeit op muzikaal gebied mocht daarna het trio Kapitan Korsakov komen bewijzen. Zij mochten hun ding doen op het tweede podium van Rock Herk. De vorige jaren werd daarvoor het prieeltje van het park omgebouwd. Dit jaar stond er zowaar een tweede tent op het terrein die ook nog een een nieuwe naam kreeg, de VICE Club. Spil van het trio is Pieter-Paul Devos. Gekleed in een groezelig Butthole Surfers-shirt schreeuwde hij zijn stem schor tussen ‘In A Breeze’ en ‘Cozy Bleeders’. Jammer dan ook dat de muziek, zeker tijdens het begin van het optreden, overstemd werden door de slappe beats die een sponsor over het terrein uitkieperde. Damn You, Samsung Wave!. Frontman Pieter-Paul Devos raakte daar zichtbaar door ontstemd. Iets wat het optreden niet altijd ten goede kwam. Minder sterk dus dan een aantal maanden geleden in de Brusselse AB. Naar het einde toe herpakte de groep zich echter en toen Devos crowdsurfend gitaar begon te spelen werd de tent lichtjes naar een kookpunt gebracht. Dan toch. Volgend keer graag betere omstandigheden.
Op het hoofdpodium was het ondertussen tijd geworden voor de Canadese indierockers van Tokyo Police Club. Dit viertal brengt één van de komende dagen zijn nieuwe cd ‘Champ’ op de markt. Maar van wat we hier hoorden waren wij niet volledig overtuigd. Zanger David Monks mag er dan misschien wel uitzien als een jonge Thurston Moore. Jammer genoeg maken de drie andere muzikanten geen muziek die klinkt als de jonge Sonic Youth. De eenvormigheid sloeg soms nogal snel toe. Om echt brokken te maken in de toekomst zal de band toch net iets anders moet gaan klinken dan de dertien-in-een-dozijn indierock die we hier hoorden.
Na deze Canadezen was het op het hoofpodium de beurt aan het Leedse vijftal I Like Trains. Een aantal leden waren toepasselijk gekleed in jassen die herinneringen opriepen aan die van treinbestuurders uit vervlogen tijden. Op het podium zorgde de band met zijn vaak ingetogen songs voor het nodige muzikale plezier. We hoorden echo’s van een band als The National. Een band die we trouwens een paar jaar geleden op hetzelfde podium een betoverend mooi optreden zagen geven. Die magie konden I Like Trains niet opwekken maar ze kwamen wel aardig in de buurt. Respect trouwens voor de drummer die de band meehad. De vaste drummer van de band brak een tijdje geleden zijn been en moest dus noodgedwongen thuisblijven. Zijn invaller had na slechts twee oefenbeurten het oeuvre van de groep aardig onder de knie.
Na dit optreden bleven we voor het hoofdpodium hangen voor het optreden van Rolo Tomassi. Dit vijftal uit Sheffield brouwt live een muzikale brij met elementen uit hardcore, metal, electronica, jazz en punk. Vorig jaar op Pukkelpop konden ze ons al meer dan bekoren en ook hier was het weer prijs. Frontvrouw Eva Spence brulde, gruntte, blafte en krijste de boel aan elkaar. Als ze dan soms met een vertederende glimlach naar het publiek kijkt zijn we helemaal om. Het meisje ziet eruit als de ideale girl next door. Een beeld dat ze kan volhouden tot ze haar strot openzet. Dit optreden was voornamelijk opgehangen aan de nieuwe plaat ‘Cosmology’. Niet dat we nu direct naar de platenwinkel lopen om deze plaat te kopen maar een festival heeft soms een kopstoot nodig van het kaliber van Rolo Tomassi. Kwestie van iedereen bij de les te houden.
Struinend door het park Olmenhof valt ons op dat het aantal toeschouwers met het vallen van de avond groter is geworden. Vooral in de buurt van de dranktenten is het behoorlijk druk geworden. Rock Herk is niet alleen een festival voor de muziekliefhebber. Door zijn gratis toegang trekt het ook veel mensen uit de buurt die blijkbaar hun jaarlijkse reünie houden. Of deze mensen veel boodschap hebben aan het lawaai dat soms op het podium wordt geproduceerd durven we te betwijfelen. Zij zorgen er door hun consumpties ondertussen wel voor dat dit festival kan overleven. Dus wij zijn blij dat we zoveel mensen zien.
Zo komen we terug terecht bij het hoofdpodium en zien we The Black Heart Procession. De presentator van dienst maakt ons er voor het optreden op attent dat de band al voor de tweede keer op de affiche staat. Een prestatie die niet vaak voorkomt in de geschiedenis van het festival. Conclusie van de man: “De band moet dus wel goed zijn.” We twijfelen niet aan de woorden van de man, maar toch zijn we niet volledig akkoord met de man. Bij vorige gelegenheden zagen we de band rond Pall A. Jenkins sterkere optredens geven. Hun nieuwe album ‘Six’, dat in het voorjaar uitkwam, is dan ook niet hun sterkste. De duistere gitaarrock van de band zorgde vooral in oudere nummers voor rillingen. Algemeen kabbelde het echter allemaal net iets teveel. Net niet dus.
Ons bezoek aan deze editie van Rock Herk werd afgesloten in de VICE Club. Daar mocht het Londense trio Part Chimp zijn ding komen doen. Smerige noisy gitaarrock komen spelen. En zoals we van vorige gelegenheden al weten doen zij dat zeer goed. Opnieuw was dit muziek waar wij een kick van krijgen als we het live zien. Opwindend, no nonsense en snoeihard. Zo horen we het graag.
Op naar een volgende editie van dit fijne festival.