Iets meer dan dertig jaar geleden droegen we zwart en enkel dat. Het tempo van de punk werd naar beneden gedraaid en de post-punk ontstond. Een genre dat een kort hoogtepunt was beschoren – een jaar of acht, negen. Daarna kwamen de synthesizers van de new wave en nog wat later werden die twee stromingen opgeslokt door de commercie. Grauzone Festival doet de donkere tijden van begin jaren 1980 herleven in de Melkweg, met iconen als Jah Wobble en Peter Hook, maar ook met nieuwelingen die liever dertig jaar eerder waren geboren. Vergane glorie? Eerder een vergeten glorie.
Hij kan dan nog zo’n onschuldig hoedje dragen, met Jah Wobble wil je geen ruzie. Deze schoolvriend van Sex Pistols-voorman/oprichter van PiL Johnny Rotten zette in het verleden al menig café op stelten en ook tegenwoordig komt hij niet over als een gezellige huisvader. In het plat-Engels blaft hij wat kreten naar zijn toegestroomde publiek in The Max. Groot geworden met Public Image Limited (hij maakte maar twee albums met de band), vervolgens alleen verder gegaan en met de groten der Aarde samengespeeld. En dat terwijl John Wardle – zoals hij echt heet – voor PiL nooit eerder een instrument had aangeraakt. Maar Wardle ontwikkelde een eigen geluid, een wat houterig en staccato basgeluid, dat vanavond wat zompig klinkt maar waar we verder geen kritiek op hebben. Het is Jah Wobble, met hem wil je geen ruzie.
Een sprong vooruit in de tijd. De jongens van Stabil Elite waren nog niet op aarde tijdens de hoogtijdagen van PiL. Hun interpretatie van het genre new wave is dan ook wat meer op de elektronica gericht. Dankzij het hoge nerd-gehalte lijkt deze band nog het meeste op de Scandinaviërs van The Whitest Boy Alive. Ook zo’n band waarvan je de onweerstaanbare drang voelt om op je plaats te joggen. We doen het niet, we houden ons cool, net als zanger Lucas Croon, die voor de gelegenheid zijn zwarte lange winterjas aanhoudt, ondanks dat de hitte van hem afdruipt.
Typ in Google Chris & Cosey in en je komt meteen uit op uitspraken als ‘geweldige live-band’ en ‘indrukwekkende optredens’. De twee voormalig Throbbing Gristle-leden hebben dus iets waar te maken vanavond. Het succes van het duo is anno 2014 natuurlijk niet te vergelijken met het aanzien dat Throbbing Gristle ooit had in de jaren 1970 maar The Max staat toch goed vol. Cosey Fanni Tutti en Chris Carter begonnen in 1981 voor zichzelf en kropen daarbij wat meer richting de gothic. Een genre waar Cosey’s zwoele stem prima bijpast, maar ook sensuele meisjes worden ouder en veranderen in het geval van Cosey in een – coole, dat wel – huisvrouw. Chris staat achter de knoppen en produceert op momenten een prima dansbaar elektronisch geluid, maar haalt het absoluut niet bij wat er tegenwoordig met diezelfde knoppen gedaan kan worden. Achtergebleven in de jaren 1980. Daar is niets mis mee, maar met z’n tweeën het grootste podium van de Melkweg te vullen is in 2014 toch iets te hoog gegrepen.
Dat Grauzone staat voor post-punk en new wave wil niet zeggen dat er geen punkers zijn. Zonder punk geen post-punk en new wave. Zo stuitert in de Oude Zaal het ultiem Britse Subhumans het podium over. ‘We don’t care what you say, Fuck you!’ aldus zanger Dick Lucas. Geen spat veranderd sinds de jaren 1980, alleen wat meer buitenadem na het zoveelste energieke nummer. Voor hem geen bier meer, maar een keurig flesje water. Afgezien van het ontbrekende bier is Subhumans authentiek gebleven. Nog steeds boos op alles waar het label ‘overheid’ aan hangt, maar spelen doen ze nog even strak en hard als dertig jaar geleden.
Wat donkerder en de woede meer in toom. Dat is Belgrado uit Barcelona, een post-punkband met een intens woeste frontvrouw. Dat terwijl deze blondine ’s middags nog verlegen over de expositieruimte schuifelde. Nu is ze veranderd in een vroege Siouxsie Sioux, waar haar band vaak mee wordt vergeleken. Een logische vergelijking: Belgrado kopieert perfect de duistere post-punk sound van begin jaren 1980 maar helaas is een kopie nooit zo goed als het origineel.
The UK tegenover the US. Man tegenover vrouw. Een stuk chagrijn tegenover een stoïcijnse trut. Peter Hook tegenover Lydia Lunch. Wie beiden wil zien moet schipperen tussen twee zalen maar krijgt een lesje in de verschillen tussen Manchester en New York.
Bad-ass was ze. Echt punk, maar dan in New York. Lydia Lunch vond de Sex Pistols geweldig, en richtte in 1976 dus ook een band op. Dat werd Teenage Jesus & the Jerks. Lekker puberaal, maar dat mag als je 16 bent. Nummers van nog geen minuut waarbij Lunch onherkenbare akkoorden aanslaat plus nog wat geschreeuw. Achtendertig jaar later is Lunch geen spat veranderd. Met haar vuurrode lippen overdreven getuit, speelt ze instructies van haar bladmuziek. Verveelt steekt ze na het laatste akkoord het ene blaadje achter het andere en geeft het publiek hetzelfde nep-lachje waar Jennifer Saunders in Absolutely Fabulous bekend om stond. Schoppen, heel hard schoppen. Niks is leuk want ‘it’s gonna be ugly’, aldus Lunch, drie keer. Een fenomeen dat in haar puberjaren is blijven hangen.
Dat Peter Hook bassist is, dat is al een jaar of dertig bekend. Dat de voormalige bassist van Joy Division en New Order vervolgens meer dan een uur zijn instrument bijna niet aanraakt, is wellicht wat opvallender. Samen met zijn band The Light mag hij tweeënhalf uur volspelen, opgedeeld in vier sets: Joy Division, New Orders ‘Movement’ (1981) en ‘Power, Corruption and Lies’ (1983) en als laatste nog wat B-kantjes. Vooral die eerste set speelt Hook bombastischer dan ooit tevoren. Powerfist in de lucht en ‘yeaaaaaah!’. Even wennen. De baspartijen zijn voornamelijk voor rekening van zijn zoon, die dan ook retestrak is, net als drummer, gitarist en toetsenist. Hook mag dan in 2007 uit New Order zijn gestapt, de band die hij nu om zich heen heeft verzameld doet zeker niet onder voor het origineel. Als dan na twee uur het commerciële hoogtepunt ‘Blue Monday’ wordt bereikt, lijkt het of de deejay-set al begonnen is. Maar nee, Hook is – mede dankzij zijn jaren jongere bandleden – gewoon het muzikale hoogtepunt van de avond.
Gezien: Grauzone Festival, Melkweg Amsterdam, 31 januari 2014