Lucrecia Dalt, Felix Kubin en NHX’Koyen in Vooruit of het verschil tussen plaat en live (opnieuw) bevestigd

Met Lucrecia Dalt, Felix Kubin en NHX’Koyen stonden gisteren opnieuw een paar experimentele muzikanten in de Vooruit. Sinds een tijdje staat de Gent – dankzij enkele goede programmeurs – opnieuw op het voorplan inzake spannende muzikale belevenissen en lijkt ook de Vooruit een nieuwe adem te hebben gevonden.

Lucrecia Dalt - Foto: Jelmer De Haas
Lucrecia Dalt – Foto: Jelmer De Haas

De betovering lijkt verbroken. Na maanden luisteren naar ‘Syzygy’ blijkt de ongrijpbare melancholie van Lucrecia Dalt in de balzaal niet tot zijn recht te komen. Het gefluisterde gezang verdween in de ruimte en werd ergens achteraan opgevangen door de massa concertgangers. De korte fragmentjes muziek die op plaat de echte songs aan elkaar verbinden, bleken hier onzeker vulsel dat de magie van het album niet wist te vangen. Het voelde alsof de ruimte te licht was en de intieme songs als ‘Inframince’ ook niet meteen de ruimte wisten te vullen. Haar baslijnen daarentegen zinderden door de zaal, verpakt in een soort warme wolligheid, aanzwellend en aanwezig. Zij vingen de ronddwarrelende zanglijnen en fragiele melodieën, probeerden ze te omarmen en je rond te leidden in de betovering die het had moeten zijn. Misschien waren de verwachtingen te hoog, de zin om Lucrecia Dalt nog eens live te zien te groot of was de betovering de eerste keer, in de Teresia van Avila-kerk in Den Haag – tijdens Rewire Festival – van een eenmalige magie dat het voor haar onmogelijk wordt hieraan ooit nog te tippen. Het verwende nest in mij was ontgoocheld.

Die ontgoocheling werd ruimschoots goedgemaakt door de geniale absurditeit van Felix Kubin. Met de Neue Deutsche Welle in zijn muzikale leven gegrift en opgeleukt met enkele dadaïstische, luisterspel-spelende elementen bracht Kubin niet zozeer een feestje bij zijn nieuwe plaat, maar meer een best-of show waarin Kubin gewoon de liedjes speelde die hij terugvond op die ochtend meegegraaide mini-discs. Dat zou iets te veel toeval zijn want Kubin gaf je eigenlijk meteen ook de indruk enorm bewust te zijn van wat hij speelt en doet. Het was niet toevallig dat hij dat ene live-videobeeld uit 1984 bijhad: Kubin als kleine jongen tijdens een van zijn eerste optredens in Hamburg. Het bijhorende lied had hij onlangs teruggevonden, op cassette. Meteen hoorde je ook dat Kubin muzikaal niet lijkt te innoveren maar wel kan imponeren. Het is de charmante klungeligheid, de eeuwige glimlach om zijn mond, de houten bliksemschichten tijdens ‘Lightning Strikes’, de eeuwige jeugd op zijn jongensgezicht, het ‘ik doe maar wat’ dat Kubin tot een geweldige live-performer maakt.

Het PAN-label van Bill Kouligas staat meestal garant voor kwaliteit. Terwijl NHX’Koyen zijn materiaal opstelt, is er weer die vraag: ‘Waarom heb ik die plaat nu nog steeds niet geluisterd?’ Terwijl de meeste bezoekers na de grandiose Felix Kubin de regendruppels buiten opzochten, plofte NHX’Koyen totaal onverwacht een eerste beat. Hij draaide aan de volumeknoppen, plakte wat meer ritmes eraan vast en verzandde niet veel later in een saaie viervierde maat die de zaal niet meteen tot leven kon brengen. Was de verandering te abrupt? Het begin van de set was dat alvast wel. Niks opbouw, gewoon ‘plof’. Het signaal om af te druipen en die ene vraag nooit meer te stellen.

Gezien: Lucrecia Dalt, Felix Kubin, NHX’Koyen, Vooruit Gent, 27 maart 2014.

tekst:
Katrien Schuermans
geplaatst:
vr 28 mrt 2014

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!