Wat meer verregend dat de twee voorgaande dagen stappen we de laatste dag van Best Kept Secret binnen. Een dag waarop Best Kept Secret kan worden beoordeeld als succes. Beter dat dit kon het niet worden.
In 2012 dook de band Temples op met de single ‘Shelter Song’, een nummer dat zo weggeplukt kan zijn uit de sixties. Sindsdien heeft de band een halve ep uit, daar houdt het op. De Britten touren voornamelijk en schrijven tussendoor eens een liedje. Een tamboerijn, een orgeltje en halflang haar. De luie stem van zanger James Edward Bagsaw dikt dat psychedelische gevoel nog eens aan. Temples laat vanmiddag veel nieuwe nummers horen, waar ‘Colours To Life’ het hoogtepunt van is. Het nummer is wat meer volwassen dan het ‘oude’ werk. En niet alleen de nummers zijn gegroeid, ook Temples zelf staat wat beter op het podium. Een half jaar geleden stond de band nog op een editie van Incubated in het Tilburgse 013. Een show die redelijk saai en vlak was. Nu weten de Britten te boeien tot het eind. Kom nu maar op met dat debuut album.
The Black Lips is voornamelijk bekend van het hitje ‘Bad Kids’ dat voorbij kwam in de film (500) Days Of Summer, maar deze Amerikanen gaan al wat langer mee. In 2003 kwamen de vier jongens al met hun garage-debuut ‘Black Lips’, nog voordat garage-virtuozen als White Fence en Ty Segall maar een toon hadden aangeslagen. The Black Lips zijn dan ook van een ander garage-kaliber. Wat vrolijker, wat meer gestructureerd. Jammer, want dat is niet de kracht van garage. De band scheurt nergens de bocht door, maar blijft netjes op de weg. Niet erg spannend.
Wat interessanter is Suuns. De Canadezen brengen een prima mix van pop en elektronica. In hun thuisland wordt de band nog niet zo opgepikt, maar in ons regenachtige landje zorgt de mengeling van Pantha du Prince-techno en pop van Radiohead voor volle zalen. Dat is niet alleen omdat zanger Ben Shemie erg dicht bij het stemgeluid van Thom Yorke komt. Suuns is psychedelisch, donker en dansbaar met een dreigend randje. Het slaperige liedje ‘Edie’s Dream’ wordt met dezelfde energie gespeeld als stamper ‘2020’. De volle tent deint rustig op en neer. Een goeie opwarmer voor het hoogtepunt dat komen gaat.
Vijf jaar geleden kwam het laatste album uit, niet heel lang daarna stond de band voor de laatste keer in Nederland. Een nieuw album is nog nergens te bekennen. Portishead lijkt dan ook een vreemde keus voor een beginnend festival als Best Kept Secret, maar de afgeladen tent van podium Two bewijst het tegendeel. Er is weinig veranderd sinds de hoogtijdagen van de Britten. Tot in detail speelt de band nummers als ‘Sour Times’, ‘Only You’ en ‘Machine Gun’ zoals op de albums staat vastgelegd. Geen moment dat dat echter verveeld en geen enkele stereoset van thuis die hier tegenop kan. Dit is geen routine, dit is vakwerk. Zangeres Beth Gibbons heeft exact dezelfde gebroken houding als tien jaar geleden en dezelfde smachtende, pijnlijke stem. Een stem die ze enkel gebruikt om te zingen, verder spreekt ze geen woord. Klaar met zingen, dan draait Gibbons haar rug naar de volle zaal en zien we enkel nog haar gebogen rug. Soms geeft ze een verlegen lachje aan het publiek, waarna een imposant gejuich losbarst. Op de laatste tonen van hun rentree op Hollandse bodem, rent Gibbons plots naar achter. Ze steekt een sigaret op en met een biertje in de hand bekijkt ze haar collega’s van een afstand. We houden van Gibbons. Gibbons ook van ons, een beetje dan, misschien.
Onder de festivalgangers was van tevoren nogal wat discussie. Sigur Rós als afsluiter, is dat wel zo geslaagd? Had Portishead niet gewoon op de main stage moeten staan? Nee. Al bij de eerste klanken hebben de IJslanders ons in een emotionele, euforische houdgreep. Hier staat geen band, hier staat een orkest. De tot in perfectie gespeelde nummers waaien extatisch het veld over. Die euforie slaat na enkele nummers om in een onheilspellend grimmige sfeer. De laatste plaat Kveikur verklapte al dat Sigur Rós hun befaamde euforie gedeeltelijk heeft ingewisseld voor wat meer donkere klanken. Op het scherm achter het podium worden auto’s opgeblazen, er lijkt zojuist een kernbom ontploft. Bomen worden weggevaagd. Jónsi trekt zijn karavaan musici voort en laat ons wat angstig naar achter deinzen. Maar we houden nog steeds van hem. Tranen rollen over wangen, ogen zijn dromerig gesloten. Geen goede afsluiter? Deze rollercoaster van emoties worden de laatste beetjes energie eruit geperst. Slopend, maar perfect.