‘Justin Bieber is een sexpop voor pedofielen’

De wachtrijen aan de toog van de Botanique waren zelden zo lang als op 27 februari. Ruim een kwartier voor het aantreden van Thee Silver Mount Zion Memorial Orchestra’s voorprogramma had zich reeds een colonne dorstige melomanen gevormd, die zowaar tot aan de deuren van het café reikte. Iedereen keurig achter elkaar, dat wel. Het zijn dergelijke taferelen die de opportunist in ons al eens weten warm te maken voor een halve liter Grimbergen van ’t vat.

Zo gezegd, zo gedaan. Met onze trofee in de hand zakten we af naar de Orangerie, na de Magasin 4 zowat onze favoriete concertlocatie. Juist op tijd was dat, om de sympathieke Eric Chenaux zijn entree te zien maken. De man had niet meer nodig dan een jazz-gitaar, een kleine versterker en wat pedalen om het publiek muisstil te krijgen (met uitzondering van de drie dronken veertigers naast ons dan toch).

Chenaux begon voorzichtig, maar onderbrak zijn jazzpatronen geregeld met de meest geflipte uitspattingen. Dat geheel overgoot hij met een stem, warmer dan die van Tony Bennett op kerstavond. En op een bepaald moment zagen we hem zijn distortion zelfs handmatig aanzetten: zo old school dat het bijna schattig werd. Tot hij dan plots weer een geflipte solopartij uit de mouw schudde, die deed denken aan Hendrix’ verkrachting van het Amerikaanse volkslied op Woodstock. Een jazzgitarist met een voorliefde voor de wah-pedaal: blijkbaar toch geen contradictio in terminis.

Het werd een zalvende set, met een knipoog. Eric Chenaux is een steengoede muzikant, die desondanks een nogal klungelige indruk maakt (af en toe eens in de micro hoesten tijdens een zangpartij). Maar dat maakt hem juist zo charmant. Je zou hem kunnen zien als de Marc Reynebeau van de rock ‘n’ roll. En hij heeft er zelfs wat van weg. Aan het einde van zijn set was er nog ruimte voor een acapella nummer, dat ons deed denken aan de finale van de Super Bowl (niet dat we die ooit zagen). Maar dat doet er niet toe. Eric Chenaux gaf betekenis aan de, tot voor kort volstrekt betekenisloze Myspace genre-categorie van weleer, ‘Healing & Easy Listening’. En we kunnen in alle eerlijkheid zeggen dat we iets dergelijks nog nooit eerder zagen: een onderscheiding die dezer dagen steeds moeilijker te verdienen valt.

Dan was het afwachten tot de omstreden figuur Efrim Menuck en de zijnen ten tonele traden. Toen na opener ‘Fuck Off Get Free (For The Island Of Montreal)’ – met die geweldige climax – ‘Austerity Blues’ werd ingezet, leek het er even op alsof Thee Silver Mt. Zion Memorial Orchestra hun nieuwe plaat integraal en chronologisch aan het Brusselse publiek ging voorstellen. De Efrim-lookalikes naast ons werden – dat begrijpt u – al licht euforisch. Gelukkig werd niet aan die al te voorspelbare modetrend toegegeven, en vervolgde de band met het laatste nummer van de plaat.

Opvallend ook hoe goedgeluimd de GY!BE-frontman was – zijn immer pessimistische levensbeschouwing in rekening gebracht natuurlijk. (Wij hebben het ooit anders geweten: herinnert u zich dunk!festival 2010?) Toen iemand Efrim’s monoloog – over hoe het jammer is dat bepaalde geniale muzikanten vroeg komen te gaan, terwijl de meesten juist zo vroeg mogelijk zouden moeten sterven – onderbrak met een welgemeende ‘Justin Bieber!’, repliceerde hij spitsvondig: ‘Justin Bieder is not a musician, he’s just a child pornography sex doll’.

Toch even een kanttekening bij onze lofrede: het concert was al wekenlang volledig uitverkocht, en dat was er echt wel aan te merken. Gewoonlijk zijn wij op een optreden te vinden in de buurt van de mixing desk. Maar er gingen geen tien seconden voorbij zonder dat we daar – al dan niet voorafgegaan door een beleefde ‘sorry, pardon’ – te kampen kregen met het betere ellenbogenwerk. Iets wat de concertbeleving toch niet echt ten goede komt, zeker wanneer het gaat om muziek met een niet onaanzienlijk ‘wegdroom/opgaan in’-gehalte. We ruilden onze vaste stek dus maar in voor meer perifere positie, maar hetzelfde verhaal daar. In die mate zelfs dat we amper nog aan genieten toekwamen.

Zelfs de magie van – de nu al bijna Duyster-classic – ‘What We Loved Was Not Enough’, waar we zowat een heel optreden lang hadden naar uitgekeken, werd zowat volledig tenietgedaan door het gewroet van iedereen die zo nodig midden in de opbouw naar het toilet moest, een consumptie wou nuttigen of zijn trein moest halen. Jammer. Zeer jammer. Wij zien ons – naar analogie met zesvoudig Oscarwinnaar Forest Gump – genoodzaakt hieruit een levensles te extrapoleren. ‘Life is like a Silver Mt. Zion concert: the whole time you’re waiting for the ultimate last song, and when it’s finally there it doesn’t live up to your expectations.’ Efrim zou trots zijn, moest het om eender welke andere band gaan. Dat weten we wel zeker.

Gezien: 27 februari 2014 – Botanique, Brussel
Foto’s: Caroline Lessire

tekst:
Nico Kennes
beeld:
Eric-Chenaux
geplaatst:
zo 2 mrt 2014

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!