In Leslie, My Name Is Evil valt een brave jongen uit een godvrezend gezin voor een van de Manson-girls, wanneer hij als jurylid moet oordelen over haar schuld in de LeBianca moorden. De film laat zien hoe de twee via heel verschillende paden uiteindelijk in dezelfde rechtszaal terecht komen. Het lijkt vooral de bedoeling om aan te tonen dat er minder verschil is dan we misschien denken tussen leven met kerk en conservatieve ouders aan de ene kant, en in de familie van een hippie met een messiascomplex aan de andere – het is allemaal indoctrinatie. Helaas is het volkomen ongeloofwaardig. Het eerste half uur kon ik niet beslissen of ik naar een satire zat te kijken of dat dat alleen maar zo leek door het belabberde acteerwerk (allebei, vermoed ik). Aan het einde wordt er ook nog een punt gemaakt over de hypocrisie van een land dat ongestraft tekeer gaat in Vietnam maar wel moordende meisjes veroordeeld. Niet de sterkste morele tegenstelling die je kunt bedenken. Next.
Thomas Haden Church is Don McKay, een treurige schoonmaker die uit het niks een brief krijgt van zijn vriendinnetje van vijfentwintig jaar eerder. Die blijkt stervende te zijn en wil haar laatste maanden met hem doorbrengen. Hij zoekt haar op en er ontvouwt zich een wat curieus plot waarin niets is wat het lijkt. Initieel leidt het contrast tussen de cluelessness die van Don’s zielige bulldoghoofd afstraalt en de dramatiek van zijn ex tot een paar leuke scènes, maar helaas blijft het daar bij. Terwijl het verhaal voorthobbelt blijft lang onduidelijk wat er gaande is, waardoor het niet spannend wil worden en de inertie van McKay gaat irriteren. De onverwachte plotwendingen tegen het einde kunnen de film niet meer redden, niet in de laatste plaats omdat ze gespeeld worden alsof het een sitcom is.
Best Worst Movie is een documentaire die het recente succes van de film Troll 2 probeert te verklaren. Troll 2 (1990) voerde een tijd lang IMDb’s lijst van slechtste films aller tijden aan, maar is desalniettemin sinds een paar jaar een underground hit in de VS. De documentaire volgt de acteurs terwijl ze als helden worden onthaald op allerlei Troll 2-events, en probeert te verklaren wat de aantrekkingskracht is van een film waarvan iedereen – niet in de laatste plaats de acteurs – het er over eens is dat er een hoop niet aan deugt (met uitzondering van de Italiaanse regisseur, die eerst verbaasd is over alle aandacht, maar snel steeds chagrijniger wordt als hij begrijpt waarom mensen zo enthousiast zijn). Is het een slechte film? Zeker, maar wel een sympathiek soort slecht. Bij IMDB is hij inmiddels gezakt naar achtenvijftig; ik kan me maar van één van de andere negenennegentig films herinneren dat ik hem ook gezien heb (heb ik dan toch smaak?), namelijk Lawnmower Man 2 (op eenenzeventig), en dat is een oneindig veel slechtere film, louter gemaakt om te kapitaliseren op het succes van deel een. Zulk cynisme ontbreekt volledig bij Troll 2; de documentaire laat zien hoe regisseur en acteurs compleet oprecht waren toen ze de film maakten, wat in combinatie met de beperkte acteercapaciteiten heeft geleid tot een aandoenlijk soort camp. Geen film die je hoe dan ook gezien moet hebben, maar bijzonder geestig voor een avondje stoned op de bank hangen.
En dan was er nog Symbol. Waar deze Japanse fantasyfilm over gaat is, om het zacht uit te drukken, open voor interpretatie. Iemand meende er een religieuze parabel in te zien, en ik zelf houd het op een ode aan de kracht van de verbeelding, maar pin me er niet op vast. In het kort: een Japanner in een vrolijke pyjama bevindt zich in een grote witte kamer waar talloze piemels van rubberen cherubijnen uit de muur steken. Als hij er op eentje drukt, valt er een voorwerp uit de muur de kamer in. Versneden met: Mexicaanse worstelaar Escargotman wordt door een kettingrokende en scheldende non naar zijn volgende gevecht gereden. De film gaat heen en weer tussen de twee verhalen en uiteindelijk blijkt hoe de een de ander beïnvloedt (niet dat daarmee heel veel verklaard wordt). Er volgt nog een lange, zweverige scene waarin de Japanner door allerlei beelden naar boven drijft en dan is het over. In het begin maakt de hoge wtf-factor het wel spannend, maar de clowneske Japanner begint uiteindelijk een beetje op de zenuwen te werken. En wat het symboliseert, god knows. Iemand haalde achteraf een quote aan van John Goodman die het misschien het beste samenvat: “somebody is playing with my dick and it ain’t me.”
Ik had een uitnodiging om mee te gaan naar de slotfilm (Centurion), maar van de andere kant van de stad klonk de onweerstaanbare lokroep van The Master Musicians Of Bukkake, dus: tot over een jaar.