Na alweer een nacht van slaapdeprivatie en een inspiratierijke redactievergadering (ook de komende edities van Gonzo (circus) verdienen onze aandacht) marcheerden wij richting Tilburgse podia voor de laatste dag van Incubate 2012.
Black To Comm blijkt een prima manier om de dag rustig in te leiden. Zijn performance is een live soundtrack bij de film ‘Earth’ van Singaporees Ho Tzu Nyen, en de op Caravaggio geënte tableaux vivants kome prachtig tot hun recht in de grote zaal van De NWE Vorst. De combinatie van nieuw klassiek, ambient en de gedragen stem van Vindicatrix maakt het geheel tot een mooi, melancholisch drama, de begeleidende beelden waardig. (msch)
Gitaren op zondag
Wij associëren ‘shredding’ met protserige metal-solo’s en YouTube-filmpjes die die solo’s weer belachelijk maken, maar schuwe Amerikaanse jongens kunnen er ook wat van. Ben Greenberg alias Hubble zit in het donker van V39 – ‘can you put all lights off – I feel like bacon up here’ – over zijn gitaar gebogen, en tovert al tappend een waterval aan noten uit zijn gitaar. Eindeloze herhaling die steeds een beetje verandert, met zo nu en dan een flinke uithaal; minimal-principes toegepast op de rockgitaar. Het is net zo hypnotisch als dat het proggy is, maar Greenberg houdt het al voor gezien voordat we (msch) een definitief besluit hebben kunnen nemen.
Caspar Brötzmann Massaker mag dan een hele tijd niet bestaan hebben, je weet nog steeds precies wat je krijgt: gitaarsolo’s en primitieve energie. Hoewel de vergelijking met Jimi Hendrix veel gemaakt is, handelt Brötzmann niet simpel in rockcliché ’s. Caspar Brötzmann lijkt permanent bezig te onderzoeken wat er nog meer voor riffs en texturen uit zijn gitaar te halen zijn. De andere twee leden leggen een dikke laag van bas en denderende drums neer, en vinden zo nu en dan een groove waar een holbewoner nog van zou gaan dansen.(msch)
Het stevige trio Buildings daarentegen smijt haar soms snedige, maar banale noiserock met wat mathrock-elementen ook al vroeg op de dag de Cul de Sac in. We (mt) blijven nog even hangen in de Cul De Sac voor Mark Sultan. De BBQ in het ter ziele gegane The King Khan & BBQ Show. Terwijl zijn vroegere kompaan de geflipte goeroe uithangt in de nieuwe video van Moon Duo speelt Mark Sultan hier solo een geinige set vol rammelende garagerock. Geinig, maar dat eerste biertje, Belgisch trouwens, even later op het terras van de Cul de Sac smaakt toch nog net iets beter.
Voor de zomer dook UV PØP nog op in het ‘Alfabet van de Eighties’ tijdens een ondertussen alweer ter ziele gegaan programma van Luc Janssen op de Belgische Radio 1. Toen klonk het allemaal heel spannend. Iets wat veel minder het geval was op deze zondagmiddag. Het valt op dat de band, waarvan ‘No Songs Tomorrow’ werd heruitgebracht op Sacred Bones, elk kantje van de eens toch vooruitstrevende sound heeft afgevijld. Wat overblijft, is jammer genoeg saai. (mt)
Tussen geluk & pijn
En daar stond hij dan, de oude Simeon Coxe III, het laatste overgebleven lid van de Silver Apples, de band die in 1968 een legendarische plaat maakte met alle elementen in zich wat we later techno zouden noemen. Het had iets aandoenlijks, Simeon moederziel alleen op het podium, onwennig frummelend aan vooroorlogse elektronica, af en toe verbaasd dat alles synchroon bleef lopen. Hij onderstreepte zijn toekomstvisie van toen met een straffe beat over de oude tracks. Dat had dan weer niet gehoeven, maar ach, als ‘Oscillations’ voorbij komt, is het geluk compleet. Hard klappen uit respect, hij verdient het, de oude baas. (mv)
Hulde ook aan de dame en heren van Evangelista om dagenlang met het moeilijke humeur van Carla Bozulich geconfronteerd te worden. De vrouw is zo verwrongen van liefdesverdriet en stukgelopen liefdes, een leven in hotelkamers en eenzaamheid dat zij er zelf niet meer aan kan doen. De wispelturigheid waar zij dagelijks mee worstelt, heeft zij in muziek weten op te zetten. Krachtig, agressief, droevig, meeslepend en boordevol pijn. Haar songboek lag verspreid over het podium. Woorden als ‘I wish I was yours alone’ lagen open en bloot. De teksten treffen harder wanneer je ze leest dan als Carla ze scandeert, zingt en schreeuwt. Het is doorbijten. Voor haar, de band en jou. Evangelista grijpt je niet bij je nekvel maar bijt in je hart, tot bloedens toe. Puur en intens. (ks)
Hipsterstormen
Howlin Rain is zowat dé ultieme “good times” band, en biedt een perfecte synthese van al het goede uit klassieke rockbands als Allman Brothers Band, Little Feat, Lynyrd Skynyrd en – durven we het zeggen? – zelfs Doobie Brothers in hun beginjaren. Jammer genoeg schemeren ook de kwalijke kantjes van voornoemde bands door – wanneer er wat in het ijle wordt gejamd, wanneer refreinen en riffs té hard voor de middenweg gaan, wanneer de scherpe kantjes té glad worden bijgeschaafd. Liever zouden we Ethan Miller ook hier wat vaker zijn demonen van de ketting zien halen, zoals bij Comets On Fire. Het zal wel een kwestie van smaak zijn, want het valt niet te ontkennen dat Howlin Rain er gewoon snoeihard stààt, en moeiteloos een volle zaal uit de hand laat eten. (dv)
De special rond het New Yorkse Sacred Bones-label was de afgelopen twee dagen kwalitatief wisselvallig. Gelukkig is daar het viertal The Men om te bewijzen waarom het label toch toonaangevend is geworden. Onder het goedkeurende oog van labeleigenaar Caleb Braaten speelt het viertal een snoeiharde show vol aanstekelijke noiserock. Afgelopen voorjaar zagen we ze nog als drietal een wijfelende show spelen in de Brusselse Ateliers Claus. Hier nemen ze dubbel en dik revanche.(mt)
Met hun nieuwe plaat ‘Celebration Rock’ is het duo Japandroids in het oog van een hipster-storm terechtgekomen. Of het duo dat zich aan het hart laat komenm is maar de vraag. Vanaf zo ongeveer de eerste noot barst het feest los, er wordt wild gepogoed, crowdsurfers duikelen over het publiek. Naast ons (mt) staat een typisch hipstermeisje – inclusief hippiekleedje en foute bril – volledig loos te gaan. Binnen twee maanden staat ze waarschijnlijk wel hetzelfde te doen bij het bandje dat op dat moment hip is. Japandroids zal er dan echter nog zijn. Want zij hebben wel de songs om te overleven. De volgende dag lezen we in De Morgen dat Japandroids dé tegenvaller was op het Belgische Leffingeleure-festival. De journalist van dienst vond dat de band songs, focus en de blinde overgave miste. Nou ja, de man had hier maar eens moeten komen kijken. Dat had hij ook kunnen vermijden dat hij voor de tigste keer moest schrijven dat Triggerfinger het hoogtepunt van de Belgische festivalzomer was. Want van die band krijgen wij dan weer heel lelijke vlekken op ons lichaam.
Zen
In de kelder van het gemeenschapscentrum V39 spreidt John Bohannon van Ancient Ocean zijn wentelende gitaarpatronen als een deken over een grotendeels liggend en zittend publiek. Is het daarom dat zijn optreden een stuk gezapiger en relaxter klinkt dan de soms donderende orkaan van feedbackende drone die we van zijn platen (tapes, cd-r’s) kennen? Langzaam werkt hij wel toe naar een bescheiden climax, maar de muziek en de vermoeidheid van de laatste dagen brengt ons (dv) vooral in een uiterst aangename toestand van half-slaap – we zullen het maar een zeldzaam moment van Zen noemen. Na alle heftige ervaringen op het festival is dit evenwel een zeer welkom rustpunt.
The Telescopes draaien al een tijdje mee (de laatste tijd vooral als het project van hoofdman Stephen Lawrie) en worden gemakkelijkheidshalve ondergebracht bij de shoegaze. Maar wat we op Incubate meemaakten was een lap verschroeiende psychedelische spacerock die bijna uit zijn voegen barste. De band hield het beest nauwelijks zelf onder controle, en in een drammende finale gaven ze zich samen met het publiek volledig over aan de groove, tot die bijna volledig verzopen werd in een bad van kolkende gitaren. Een onverwachte scheut waanzin die evenwel zeer welkom was.(dv)
Hoeveel artiesten we ook zien en hoe goed hun muziek ook is, we hebben de naam van Laibach eigenlijk steeds in het achterhoofd, een beetje als de luis in de pels van de popmuziek die de band graag wenst te zijn. Als het eenmaal zo ver is, is teleurstelling eigenlijk onvermijdelijk. Na een paar nummers van de Iron Sky-soundtrack, vindt de band zijn eigen verleden opnieuw uit door klassiekers als ‘Brat Moj’ en ‘Ti, Ki Izzivaš’ van een nieuwe invulling te voorzien. Het publiek zonder hang ups over hoe het “hoort te klinken” weten ze voor zich te winnen, maar we (msch) vinden het moeilijk om de waarde er van in te zien. Ook de covers van ‘Across The Universe’ en ‘Ballad Of A Thin Man’ laten ons koud, en we vluchten de zaal uit voor de onvermijdelijke ‘Life Is Life’-finale.
En het moet een keer ophouden – maar niet bij de Sloveniërs, besluiten we (msch). Bijna als een nagedachte – alleen The Buzzcocks volgen nog – treedt in de bescheidenheid van de kelder van V39 Expo 70 aan. Met zijn rug naar het publiek, starend naar zijn pedalen en de vloeistofprojecties, weeft Justin Wright eindeloze tapijten met zijn gitaar, in de beste traditie van Ash Ra Tempel en andere kosmische grootheden. Gezeten voor zijn bord met gitaarpedalen, speelt hij rustig een loopje in dat hij dan bedachtzaam vervormt met enkele draaien aan de knoppen en wijzers. Dan neemt hij nog eens een slokje van z’n wijn, staart in de vloeistofprojectie die voor hem op de muur wordt geprojecteerd, en legt vervolgens nog een gitaarlijntje over de soundscape die langzaam door de echo en reverb wordt gevormd.Het is een uitstekende come down na al het geweld van de laatste paar dagen, en de lange fade out van zijn laatste nummer leidt voor ons naadloos de gang naar het station in. Over een jaar komen we (dv en msch) graag weer terug.
Gezien: Incubate, 15 september 2012, diverse locaties, Tilburg
Gonzo (circus)-crew: Stijn Buyst, Dimitri Vossen, Maarten Schermer, Katrien Schuermans, Maarten Timmermans & Martijn Venekatte