Zaterdag begon onder een deprimerend duistere hemel, en The Beauty The World Makes Us Hope For versterkte dat gevoel nog eens door de projectie van regen – doorheen de hele set. Niettemin: een logische en goeie opener voor Dunk!, die degelijke instrumentale rock speelde zonder meer. Al enkele honderden mensen waren er op dit vroege middaguur en zij knikten tevreden.
Het Britse Alright The Captain zorgde voor een welkome afwisseling op de affiche met hun tegedraadse rock. Het trio – gitaar, bas en drum – haalde met de hulp van een batterij effectenpedalen het maximum uit hun beperkte bezetting. Het resultaat was een set met aanstekelijke scheve rock met jazzy inslag zoals ze die in de jaren 1990 ook maakten, maar dan zonder de (schreeuw-)vocalen, oftewel rock déstructuré in de traditie van Chevreuil en Oxes.
Dunk!Records is sinds een jaar een spin-off van het festival. De meeste groepen erop hebben gespeeld of spelen dit jaar op het festival om hun plaat live voor te stellen. Vrijdag deed Stories From The Lost hun release show, vandaag was het de beurt aan het Duitse Kasan. Vernieuwend zijn ze niet, maar knap opgebouwd zijn hun songs wel, en de projecties maakten het geheel af.
En dan de eerste echte uitschieter van de dag. De Italianen van Lento kwamen op vraag van Dunk! overgevlogen uit Italië voor een eenmalig optreden – het laatste ook voor hun nieuwe, derde plaat eraan komt. Was Omega Massif vrijdag al een pletwals, dan deed Lento daar nog een schepje bovenop. De set begon met klasbak ‘Need’ uit hun eerste plaat, daarna werd er vooral uit ‘Icon’ gespeeld, en wie goed oplette kon horen welke richting de nieuwe plaat zal uitgaan, want er werden ook al enkele nieuwe tracks live uitgetest.
Mogen we de hulp van getuigen inroepen? Zelf misten we The Allstar Project omdat de Romeinen van Lento interviewgewijs niet te stoppen waren, maar diverse bevoorrechte getuigen konden melden dat het goed was.
Vessels kaapte de prijs weg voor de beste bindteksten, met het verhaal over de verdwenen Les Paul die terugkeerde naar zijn rechtmatige eigenaar, en het nog straffere verhaal van het bandlid-zonder-paspoort dat opgesloten in een koffer de Britse douane trotseerde. Natuurlijk geraakte hij zo niet terug, dus als we wilden, mochten we hem hebben. Prompt volgde een rondje opbieden met het publiek – voor zes pond mocht hij weg. Maar ter zake: wat zijn ze gegroeid, sinds hun eerste optreden op het continent. Hier stond een mature groep, die bewees dat ze de verwachtingen na hun sterke tweede plaat konden inlossen. Hun optreden was ook één van de meest gevarieerde tot nu toe.
Zowel Beware Of Safety als labelgenoten If These Trees Could Talk staken voor het eerst de grote plas over om in Zottegem hun eerste Europese tournee af te trappen. Waar op Beware Of Safety waarlijk niks aan te merken viel, stak If These Trees Could Talk er toch met kop en schouders bovenuit. Omdat ze, net zoals Mono, hun noise perfect beheersen. Omdat hun ritmesectie dodelijk efficiënt is. Omdat de drie (!) gitaren elkaar perfect aanvullen. En ook omdat ze veel straffere songs hebben dan het merendeel van de concurrentie. En die beste songs, die staan nog altijd op hun titelloze minidebuut, zoals ze ook zelf schijnen te beseffen. Voor hun eerste Europese optreden gaven ze het publiek de songs waar het al lang naar smachtte, en citeerden ze uitgebreid uit hun vroegste werk terwijl het aandeel uit de nieuwe plaat ‘Red Forest’ tot een minimum werd beperkt. Een terechte headliner dus, zelfs al zijn ze een pak minder bekend dan 65 Days Of Static, de afsluiter van zondag.
Maar dan was het nog niet gedaan. Steak Number Eight, in een zeldzaam moment van kwaliteitsbesef door de Humo-jury uitgeroepen tot Rock Rally-winnaar, mocht komen bewijzen waarom posthardcore bij de Belgische jeugd een relevant genre is. En de hoogste plaats op de affiche was zeker niet onverdiend: hier stond geen beginnende groep meer, maar een geoliede machine. Twee geslaagde dagen al, morgen nog meer!
Gezien: Dunk!Festival, zaterdag 7 april 2012
Tekst: De Geluidsarchitect – Foto’s: Stephanie De Smet