Dunk!festival 2013 – Dag 1

Anno 2013 kan het Dunk!festival zich met recht en reden het grootste postrockfestival noemen, naast kleinere (en jongere) soortgenoten Denovali Swingfest en het Post Festival. Met negen edities op de teller is het al even oud als het Rhâââ Lovely-festival ooit werd, en het ziet ernaar uit dat Dunk! er nog wel een tijdje mee doorgaat. Net zoals Rhâââ indertijd gaat Dunk! voor een eigenzinnige en coherente affiche voor een gespecialiseerd en gemotiveerd publiek, en net zoals bij de illustere voorganger komt het publiek dan ook van heinde en verre naar Zottegem om 34 groepen in ideale omstandigheden te zien. Heel wat onder hen zijn exclusief en/of voor het eerst in België of Europa te zien.

Dunkfestival 2013
Dunkfestival 2013

Bovendien groeit het festival. Zonder de capaciteit te verhogen, die nog altijd beheersbaar en gezellig blijft met enkele honderden mensen, is de festivaloppervlakte gevoelig vergroot: een tweede podium, een grote eetzaal, en een grote zaal voor merchandise.

Opener van deze editie was What The Blood Revealed. Ze spelen een meer uptempo en lichtere variant van het Neurosis-geluid. Het hielp om hun songs te kennen, want mede doordat de lead-gitaar er niet goed doorkwam klonk de set vrij vlak. Zorgden toch voor reliëf: een begenadigde drummer, die zich van een klein arsenaal aan cymbalen bedient, en enkele sterke uithalen, ondersteund door een goeie lichtshow.

De organisatie had beloofd dat de bezoekers alle shows zouden kunnen zien, en inderdaad: na een rustige wandeling naar het (nieuwe) kleine podium waren we nog ruim op tijd voor het eerste nummer van Celestial Wolves. Het vijftal is een nog jong product van eigen streek; op het festival stelden ze hun debuut voor, dat op Dunk!Records verschijnt. Hun instrumentale rock was consequent genrevast en mocht naar onze smaak wat meer de extremen opzoeken, zowel naar de mooie als naar de vuile kant. Maar de jongemannen beheersen hun vak en halverwege de set groeide het zelfvertrouwen en werden de songs straffer.

Het Duitse Kokomo is ondertussen onlosmakelijk verbonden met Dunk! Ooit sierden de DUNK-letters de nummerplaat van hun tourbus, het was hun derde passage op het festival, hun vorige plaat kwam uit op Dunk!Records en ook de nieuwe was net op tijd klaar om er op het festival een release show van te maken. Hun heftige set leek een thuismatch. Uitgebreid met een vijfde lid beukten ze hun strafste songs erdoor en het publiek was helemaal mee.

Door interviewverplichtingen misten we het grootste deel van het soloproject Petrels, te veel om er een oordeel over te kunnen vormen. En dan was er, in de grote zaal, Stephen O’Malley. De man woont tegenwoordig in Parijs en kwam helemaal alleen langs voor een lange droneset, waarin de muur aan versterkers – op vraag van O’Malley gehuurd, bij de dichtstbijzijnde leverancier in Nederland – een even grote rol speelde als het gitaarspel. Stephen O’Malley en geluidsnormen zijn nooit de beste vriendjes geweest, maar er kon toch een compromis gevonden worden – erg luid dus.

Ook verrassend luid was de set van The Pirate Ship Quintet. Maar eerlijk is eerlijk: de show was meer dan straf genoeg om de aanval op het gehoor in de frontlinie te doorstaan. De Britten hadden hun geschoolde cellist mee en brachten een nagenoeg perfecte set, met nummers uit het vorig jaar verschenen ‘Rope For No-Hopers’. De moddervette noise was perfect beheerst en gedoseerd, de cello hemels mooi. De screams, grotendeels opgeslokt door de gitaarnoise, waren vooral visueel van belang: heerlijk, een gitarist die in het heetst van de strijd zijn keel openspert naar een microfoon die uit de lucht naar beneden hangt. Afsluiter was ‘I Kina Spiser De Hund’ (‘in China eten ze hond’, red.) uit hun debuut-ep, nog altijd één van de meest intense nummers in de wereld van de instrumentale rock.

The Black Heart Rebellion mocht deze eerste dag afsluiten. Hun ‘Har Nevo’ van begin dit jaar is tot nu toe wat ‘Twist’ van Flying Horseman vorig jaar was: met kilometers voorsprong de meest intense Belgische release van het jaar. De hardcore en de screams uit debuut ‘Monologue’ hebben plaatsgemaakt voor een tribaal, spannend en uitgepuurd geluid. Er is hard gewerkt op de nieuwe nummers en dat hoorde je: elk detail zat perfect. De occasionele dubbele drums waren opzwepend, de zang was overtuigend, de geluidsmix perfect. Sfeer en setting zijn belangrijk voor de nieuwe nummers, en dat kon Dunk!, zelfs in een festivalcontext, bieden. Een eenzame microfoon die rijzig vanuit de rook opdoemt: het kan erover zijn, maar hier werkte het wonderwel. The Black Heart Rebellion was kortom een terechte afsluiter.

tekst:
De Geluidsarchitect
beeld:
Dunkfestival-2013
geplaatst:
za 30 mrt 2013

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!