Een frisse, miezerig natte zondagavond in Brussel. Op weg naar de Botanique passeren we de Gésu kerk die recht tegenover de concertzaal ligt, de deuren hermetisch gesloten uit angst voor de naderende uitzetting van sans papiers. Een uitzetting waarover de Brusselse PS politiek al maanden overhoop met elkaar ligt omdat gulzigaards de kloosterkerk liever in een luxe hotel zouden willen veranderen ten koste van de 200 krakende inwoners. We zuchten, hopen maar op het beste en stappen de trappen af naar beneden, de oude tropische kassen binnen.
De Colombiaanse artieste Lucrecia Dalt stond onlangs nog met een diepgaand interview in Gonzo (circus) #116 waar ze in detail sprak over haar onbeschrijfelijke en ingenieuze muziek. Ze heeft zojuist haar nieuwste plaat ‘Syzygy’ uitgebracht. Dat haar plaat een pak elektronischer klinkt dan haar sublieme voorgangers ‘Congost’ en ‘Commotus’ zet direct de toon voor haar concert in de Orangerie met een set die vooral uit nieuwe composities zal bestaan. Een eenzame gestalte verschijnt in de kunstmatige rook en klikt op een paar voetpedalen, doet de basgitaar om en tapt een minimale melodie op de snaren en zucht haar zachte zang. Langzaam wordt Lucrecia zichtbaar door het verdwijnend mistgordijn en aan de basgitaar zien we haar iphone met klitteband kleven. Die gebruikt ze in al haar live shows als handige toepassing om haar laptop spelenderwijs te kunnen bedienen met een paar vingervegen. Na deze begincompositie zal ze niet veel onderbrekingen inlassen en haar composities aan elkaar lijmen met geluidscollages. Een zware zoem van vele decibels vult de zaal als een dichte mist, ons hoofd en lichaam penetrerend waarbij ook een (iets) te hoge toon scherp in het gevoelige oor schalt. Werk aan de winkel voor de geluidsman van dienst, maar die geeft geen krimp. Dat is jammer want met een beetje bijsturen had deze compositie een stuk minder onwennig gevoeld. Gaandeweg haar set ontluikt deze onwenningheid zich als regelrechte unheimlichkeit met beklemmende tonen en een gitaarmelodie, gevolgd door gefragmenteerde elektronica en effecten die een onbestemd gevoel geven in de buik. De deur aan de zijkant van de zaal is sinds het begin nog altijd geopend voor laat arriverende bezoekers en neon licht valt binnen met zicht op Botanique posters, iets wat niet zou mogen om een intieme, verduisterde sessie als deze tot haar recht te laten komen. Een compositie die we herkennen is ‘Multitud’ van het ‘Commotus’ album die bestaat uit een speelse wandel met basgitaartokkels en een elektronische melodie die met verve wordt uitgevoerd. Eindelijk is ook die vervelende deur dichtgedaan, het heeft lang mogen duren. Bij het inzetten van haar volgende compositie horen we geluidsfragmenten die uit een radio lijken te komen, stemmen en strijkers op de achtergrond die mooi in het geheel lijken te passen. Zelf kijkt ze er vreemd van op en maakt na enige momenten napluizen duidelijk aan de geluidsman dat het geen geluid is dat bij haar set hoort, maar mysterieus uit de basmonitor komt. Het uitzetten van deze en een paar andere apparaten biedt geen soelaas en ze verontschuldigt zich hiervoor meermaals aan het publiek. Ze vertelt dat ze genoodzaakt is om haar set te verkorten en zal nog een laatste compositie spelen zonder basgitaar. Met donkere stuiterende bassen en trage echo zang maakt ze een aanzet en samplet daarbij haar stem in meerdere lagen als een elektronische compositie die dicht tegen het geluid van haar goede vriendin Gudrun Gut schuurt. Aan het einde van het stuk komt ze er plots spelenderwijs achter de reden van het ongewenste radiogeluid; één van haar oudere pedalen van Russische makelij. Ze besluit dan toch nog een extra song te spelen, zonder haar Russische pedaal dan maar. Ze waadt zich door een geluidsmist met een zachtaardige kakofonie aan dierengeluiden, digitale krekels, haar typerende ijle zang en gitaarmelodie als de enige verstilde song van haar krachtige set. Eentje die gevuld was met rafelrandjes en beklemmende sferen en waarin haar stem zeker wat meer volume had mogen krijgen. Tijdens de korte pauze vertelt Lucrecia ons in de gang wat meer over het oude Russische pedaal dat haar lief is, maar misschien toch maar met pensioen moet gaan aangezien het radiosignalen op pikt, zoals in dit geval van het radiostation dichtbij de Botanique.
Daarna is het de beurt aan Julia Holter, de Amerikaanse artieste uit Los Angeles waarvoor toch de meeste bezoekers gekomen zijn. Sinds haar interview in Gonzo (circus) #110 een dik jaar geleden is er alweer veel veranderd in haar artistieke leven waarvan haar laatste plaat ‘Loud City Song’ die deze zomer verscheen het ultieme bewijs is, gevuld met avant-gardistische popmuziek. Eerder vertelde ze in het interview met onze journalist Peter Bruyn; “‘Vorm’ is heel belangrijk voor mij. Absoluut. En als mijn liedjes op het eerste gehoor complex klinken, is dat zeker geen vormeloosheid. Maar als songschrijver ga ik toch meer als een popmuzikant dan als een klassieke componist te werk; vooral intuïtief.” Met dit als voorbode weten we wat we kunnen verwachten. Ze komt het podium op in een lange wit/zwart gestreepte jurk als een diva met subtiele flair en staand achter een keyboard, omringd door mannelijke collega’s die op viool, cello, saxofoon en drums voor begeleiding zullen zorgen. Ze begint haar set met de schone epische song ‘World’ die ze solo met warme zwanenzang brengt totdat de instrumenten opwellen in de vorm van een strijkende viool en cello en borrelende saxofoon en belichaamt ze even de perfecte vervanger van Julee Cruise, mocht de Twin Peaks soundtrack ooit overgedaan worden. Vervolgd wordt er met een donkere sfeer van neo-klassieke jazz waar snel voor luchtigheid wordt gezorgd door een speels fingerpickende cello en pizzicato spel van viool waarbij Julia Holter spanning in de song zingt en steels uit haar ooghoeken kijkt naar de paar fotografen voor het podium. Daarna gaat ze verder met de complexe en melancholische song ‘Maxim’s II’ die ons meeneemt naar een bombastische climax van dwarse saxofoon en keyboardklanken. Geen gemakkelijke muziek, maar wel intrigerend. Julia Holter babbelt even over de grote palmboom die ooit in de Rotonde zaal stond, waarna ze met een ijle zang de song ‘This Is A True Heart’ inleidt waar trage en dromerige jazzklanken een omslag maken naar een bevreemdende popsong waar haar stem niet altijd even perfect op drijft. Dwarse tonen tussen funk en jazz dan in ‘Horns Surrounding Me’ waar ze met statige zang en een achtervolgende keyboardmelodie en beat voor wat theatrale dramatiek zorgt, aangevuld door de urgente tonen van de strijkinstrumenten. Daarna een lange fijnstemming van de strijkinstrumenten die last hebben van de warmte van de podiumlampen. Ze vertelt kort over dat ze blij is dat het regent, aangezien dat een zeldzaamheid is in L.A. Een lange drone van cymbaalgeroffel kondigt de song ‘Maxim’s I’ aan die gaandeweg verandert in een episch stuk met gevoelige vrouwelijke crooner zang, met opvallende strijkarrangementen op een loom kabbelend ritme. Vervolgens begint ‘City Appearing’? met een lieflijke en ontspannen keyboard melodie met fluisterende lokroep zang totdat ook hier een omslag komt naar een bombastische climax. Wat luchtige klanken horen we in de speelse song ‘In The Green Wild’ waar Julia Holter haar zang plagerig gebruikt als een ontdekkingsreis in haar geluid. Ze eindigt met de trage, glooiende song ‘Goddess Eyes’ van de ‘Tragedy’ plaat, waarin haar eigen zang melodieus wordt aangevuld door een robot stem, in dit geval gezongen door de drummer met hetzelfde effect. Eigenlijk een perfect einde, maar ze keert terug voor een bisnummer die deze gepaste sfeer helaas ietwat afbreekt met speelsheid en een instrumentale climax. Niet alle songs hebben misschien kunnen overtuigen maar het was een speciaal optreden van niet alledaagse muziek met oog voor subtiele sferen en dramatiek. Het zal ons alvast niet verbazen als Julia Holter binnen afzienbare tijd een soundtrack van een film zal mogen schrijven. Na afloop verkiezen alle vrouwen in ons gezelschap toch unaniem voor de onnavolgbare klanken van Lucrecia Dalt boven de speelse en dramatische omslagen van Julia Holter.
Gezien: Lucrecia Dalt & Julia Holter in Botanique, Brussel, zondag 3 november