Er zijn zo van die optredens waar je met een gemengd gevoel naar uitkijkt. Optredens van bands met een pseudo-mythische cultstatus, waarvan je de platen onophoudelijk hebt grijsgedraaid tot een stuk in de nacht. Nadat ik als vijftienjarige puber de “legendarische” rockers van Deep Purple – op blote voeten, in pyjamabroek en met de songteksten ter hand – in Vorst Nationaal zag aantreden, heb ik nooit nog een plaat van hen opgelegd. Ondertussen zijn we tien jaar en menige muzikale ontdekking verder. Benieuwd hoe Slint het ervan af zou brengen.
Maar eerst was het de beurt aan het Gentse Räpe Blossoms. Zij mochten Muziekcentrum TRIX opwarmen voor de heren uit Kentucky. Geen eenvoudige taak, voor een publiek dat wachtte op de acte de présence van hun herenigde jeugdhelden, en slachtoffer was van het op hol geslagen koelingssysteem in de grote zaal.
Toch lukte het hen aardig. Overheersten de drum en de synths misschien nog een tikkeltje bij opener ‘In The Red’, dan werd dat al gauw bijgesteld, en konden we weldra op een psychedelische golf reverb meesurfen naar een superieure reïncarnatie van de jaren 1980. Van de zang hebben we geen woord begrepen, en ook de gitarist hoeft niet bang te zijn dat zijn partijen zullen worden geplagieerd. Maar dat doet er niet toe. De sfeer zat goed, de tribale drums drongen door tot diep in onze darmen, en de donkere geluidsgolf kende een climax bij de geslaagde afsluiter ‘Saturn’. Oerdegelijke opener van de avond.
Maar het beste moest nog komen natuurlijk, althans dat hoopten we. Nog snel even een old school festivalhamburger naar binnen werken (eat that, overprijsde-burgertent-hype), en dan op naar het moment van de waarheid.
Zeggen dat Slint hun set minimalistisch aanvatte zou een understatement zijn: de eerste halve minuut dat ze op het podium stonden kon je een bekertje horen vallen aan de andere kant van de zaal. Opener ‘For Dinner…’ werd dan ook ietwat schoorvoetend ingezet. Maar de sound zat vanaf de eerste noot wel meteen verbazend goed. ‘Breadcrumb Trail’ klonk alsof we verdwaald waren in de speakers van onze platenspeler: zelden een live-mix zo zuiver afgesteld geweten. Elk instrument afzonderlijk klonk goed, en het geheel oversteeg probleemloos de som van de delen. Onder dit alles bleven de toeschouwers relatief statisch, terwijl ze wel zichtbaar inwendig genoten. Slint maakt nu eenmaal geen dansmuziekjes, en we zijn blij dat we voor één keer niet hoeven te zeuren over onnodig publiekelijk handgeklap in de maat.
Wat volgde waren ijzersterke versies van onder meer ‘Nosferatu Man’, ‘Don Aman’, en publieksfavorieten ‘Washer’ en ‘Good Morning, Captain’. We wierpen onlangs iemand het verwijt toe dat zijn muziek klonk alsof ze om drie uur ’s nachts in elkaar geknutseld was op een studentenkamer. En laat de songs van Slint nu net ook die eigenschap toegedaan zijn, maar dan in de meest positieve zin mogelijk: veel puurder en pretentielozer dan dit wordt het niet. Wij zijn in elk geval blij voor McMahan en zijn kompanen dat hun heropleving niet postuum plaatsvindt.
Bisnummers ‘Rhoda’ en ‘Pam’ waren er voor de kenners. Maar wil de ongevoelige klootzak, die het hele optreden geen kippenvelmoment heeft doorgemaakt, zich per gele briefkaart aandienen als nieuwe trainingspartner van Freddy De Kerpel a.u.b.? Freddy en wijzelf danken u.
Gezien: Slint + Räpe Blossoms, Trix Antwerpen, 4 juni 2014