De tweede dag van het Denovali Swingfest begon vertrouwd, met twee statische elektronica-acts en één liggend publiek.
Ook muzikaal kwam Witxes weinig verrassend uit de hoek, op één moment na, nog niet zo ver in de set. Hij gordde een gitaar om en joeg zijn heftige aanslagen door de elektronica. Die output was ruw en confronterend, en bracht de nodige dynamiek in de set. Na de uitbarsting liet hij het publiek wat uitblazen met belletjeselektronica, om de rest van de set gestaag – maar vrij klassiek – naar een climax toe te werken.
Dan was AUN interessanter. De set van het duo had een uitgekiende opbouw, gevoed door elektronica en gierende gitaarfeedback, en vooral de tweede helft was smullen geblazen met kolkende, hortende en stotende herrie.
Voor Poppy Ackroyd was het naar eigen zeggen haar eerste keer helemaal alleen op een podim, en ze was zichtbaar nerveus. Een pijnlijke grimas bij elke (onhoorbare) fout die ze maakte, en na de eerste song verontschuldigde ze zich dat ze verder niet meer veel zou zeggen. “This is about the most I can take” besloot ze met trillende stem, waarop haar luchtpijp zowat dichtklapte en ze wegvluchtte in de muziek. En die was erg mooi. Ze bevrijdde een flard elektronica, samplede de ritmes die ze zelf drumde op het houtwerk van de piano, en voegde piano-aanslagen toe – en hier en daar een vioolpartij. Steeds ongeveer hetzelfde stramien, maar de muziek verveelde nooit. ‘Glass Sea’, één van de mooiste nummers op haar debuut ‘Escapement’, sprong er ook live bovenuit. Een zittend maar aandachtig publiek gaf haar na elk nieuw nummer een warm applaus, en na het lange applaus aan het einde van de set kon er zelfs een sobere bis af. “This is by far the most stressful gig I’ve ever done”, vatte ze samen, “but also the most fun”. Als er iemand veel zieltjes gewonnen heeft vandaag, dan wel Poppy Ackroyd. Mogelijk was de helft van de zaal op slag verliefd geworden op het meisje met het dotje, want het belegen “come say hi” leidde tot een lange rij aan de merchandise-stand.
Saxofonist Dale Cooper, een figuur in baggy trousers en baggy T-shirt, zorgde met zijn kwartet, uitgebreid met zangeres, voor de eerste scheut jazz, en daarmee voor een aangenaam intermezzo zonder meer.
Hij bestaat echt! De paravent van Joke Schauvliege. U weet wel, die verkleedwand in plexiglas die de drummer auditief afscheidt van zijn collega’s. Het geluidsscherm dat elke groep wel spontaan zou meebrengen, volgens de Vlaamse minister van Musical en Shoppingcenter. We kenden het enkel uit de pers en de straffe verhalen, maar kijk, het Tsjechische Floex (spreek uit als ‘Flo-ex’) had een rasecht exemplaar mee, of op zijn minst een overtuigende imitatie. Ook de muziek overtuigde, althans in de eerste nummers. Perfect samenspel tussen glitchy elektronica en live-drums, aangevuld met opzwepende blazers, dansbaar bijna. Het liep fout toen de gelegenheidszangeres het podium opgeroepen werd. Het eerste nummer samen was een electro-track van dertien in een dozijn, wat volgde was het soort cheezy soft jazz dat rond Kerstmis al eens van eigenaar wisselt. Als Floex doet waar het goed in is, is het een geweldige live-groep, als Floex gaat voor de easy listening is het geeuwen geblazen. U weet waar we die paravent zouden zetten als het aan ons lag.
Totnogtoe liep de organisatie vrij vlot, met een occasionele vertraging, maar met Omega Massif liep het serieus fout: technisch probleem, een song, technisch probleem, een song, en gedaan. Er werd wat gegrapt met het publiek, de zaal vulde zich met de geur van gesmolten plastiek, en dat was het dan. Tot de volgende keer. Spijtig, want zoals Celeste gisteren het perfecte voorprogramma was voor Biosphere, was Omega Massif dat geweest voor Tim Hecker.
Tim Hecker dus. De setting was identiek aan die van gisterennacht: een quasi integraal liggend publiek – het totale gebrek aan lichtshow hielp daarbij, en ook de muziek natuurlijk, die toch nog altijd ver boven zijn concurrenten uitstijgt. Alleen: de live-versies liggen wel héél dicht bij de opnames, en visueel stelt de show letterlijk niets voor. En toch: een zeer fijne afsluiter van deze tweede dag Swingfest.
Hoewel… Stop de persen! Omega Massif speelt alsnog een set en zorgt dan toch nog voor een beukend einde.
Gezien: Denovali Swingfest, 5 oktober 2013
Tekst: De Geluidsarchitect
Beeld: Wout Lievens