‘Bad Kingdom’ van Moderat dwarrelt al een ganse dag door het hoofd. Zelfs een vlugge luisterbeurt van ‘Immunity’ van Jon Hopkins wist de Berlijnse elektronica-pop niet. Spijtig dat het lot anders besliste en Moderat ingeruild werd met Modeselektor. Het zorgde waarschijnlijk voor de uitverkoop van deze avond. De beats zullen ongetwijfeld de Henri Le Boeuff-zaal in vuur en vlam zetten. Maar wij zochten dekking en ontdekten het grote gapende gat in de programmering.
Veel te vroeg voor de nachtbraker trok Helm zijn verscheurende en scheurende drones in gang. Een perfect uitgekiende roes waar de te vroeg opgedaagde dance-liefhebber niets van snapte, maar de liefhebber zich vrijwillig door de duisternis liet inpalmen, slecht sporadisch wakkergeschud door een ritme. Helm nam de tijd en bouwde laag na laag miniscule geluiden op die nauwelijks waarneembaar waren door het geruis van het bovenliggende geluidenpakket. Het vergde inspanning om de details te horen. Kleine accenten die de genialiteit van de rauwe elektronica van Helm blootleggen, terwijl je oppervlakkig ook al een prachtig geroezemoes kon ontwarren.
De eerste hartverscheurende keuze van het weekend. Lee Gamble of Kreng? Allebei al eens eerder gezien en allebei even onvoorspelbaar. Kreng won, temeer omdat hij enkele dagen voordien zich op Facebook liet ontvallen, dat zijn laatste track ‘de ruimte zal leegmaken’. Lekker luid dus. Tot dusver. Kreng had een stukje ingeoefend met Roos Janssens (bariton sax) en Benjamin Glorieux (cello). Wat begon als onwennige improvjazz werd nummer na nummer heviger, harder en meer coherent. De apotheose zat inderdaad in het laatste nummer, dat naar Kreng normen nog behoorlijk zachtjes klonkt. Het stoorde dat Kreng nummers bracht, songs met een begin en een einde waar applaus bij hoorde. De normale totale beleving bij een Kreng-concert was beperkt en ook de lengte van zijn set. Eén voordeel. Er moest niets gemist worden van de overwinningsset van Jon Hopkins.
Ohja, Jon Hopkins geniet overduidelijk van zijn plotse succes en weet het publiek te verwennen met de elektronica-poptechnodubstephouse van ‘Immunity’. Twee keer stapte hij naar de piano voor een perfect uitgevoerde niemendalletjes die gek genoeg op massaal applaus werd ontvangen. Maar al gauw trok hij de dance-kaart en de zaal barste uit zijn voegen. Prachtige live uitgevoerde begeleidende visuals die de muziek kracht bijzette. Smartphones werden bovengehaald. En niemand bleef onbewogen. Jon Hopkins triomfeerde. Het publiek genoot.
Modeselektor trad aan. Zij die niet van overdadig dansen houden werden overgeleverd aan de leegte van het gebouw. Je kon (nog maar eens) naar de installaties gaan kijken. Je kon (nog maar eens) in de platenbakken van Juke-Box graaien, die trouwens een prachtcollectie platen bijhad. Je kon (nog maar eens) een pint kopen. Feit was, tot 24 uur werd je verplicht te wachten tot Modeselektor zijn ding had gedaan en Bill Kouligas zijn set mocht beginnen. Die dan ook nog eens 10 minuten te laat begon. Bill Kouligas stond ietwat onwennig op het podium, hield iedereen nauwlettend in het oog voordat hij zichzelf verloor in zijn muziek. Een mooie, iets te korte set waarin Kouligas langzaamaan het tempo en variatie opbouwde om je net als Helm een hoofdreis te bezorgen in een wereld van abstracte elektronica, kosmische invloeden en grooves die je uiteenrafelen.