In zijn boek Touching The Rock beschrijft John M. Hull hoe hij zich aanpast aan een leven als blinde. Een van de dingen waar hij mee worstelt, is het inkrimpen van zijn wereld, een voortschrijdend gemis van diepte in de waarneming van zijn omgeving. Dan ontwaakt hij een keer tijdens een nachtelijke regenbui. Hij loopt naar beneden, opent zijn voordeur – en de wereld ontvouwt zich voor zijn oren. Het gestaag vallen van de druppels weerkaatst op ieder oppervlak met een andere klank: het gras in zijn tuin, de bladeren van de bomen, het pad dat naar de straat leidt, het asfalt van die straat, de tegenoverliggende huizen. In opperste verbazing ervaart hij een vrijwel compleet beeld van dat alles. Ik moet aan die beschrijving denken bij het beluisteren van Rain, een cd van de Tilburgse soundscapecomponist en geluidskunstenaar Olivier Nijs. Het album bevat ruim een uur aan opnamen van regen die in verschillende jaargetijden neerdaalt in natuurgebieden rond zijn stad. Je eerste indruk is van een lichte ononderbroken ruis, vol tikjes en spetters, soms vogelgeluiden. Bij geconcentreerd luisteren openbaart zich in de drie openingstracks Beech Trees I, II & III een complex en gelaagd, veranderlijk klankbeeld. De myriaden gestaag vallende druppels veroorzaken een ruig aandoend sissen in diverse klanknuances. Dat is de achtergrond van de wijde omgeving – water dat in aanraking komt met varens, boombladeren en de bosvloer. Dichterbij hoor je individuele druppels, ook weer in subtiel verschillende kleuren. Het effect in My Secret Fen is intiemer. Murmelend water; wind die, hoog in de bomen ruisend, aanscherpt en verzacht. Wind treedt meer op de voorgrond in Winter Storm, waar het suizen door kale bomen wervelt, in golven door het bos ploegt. Alles met uitzonderlijke helderheid vastgelegd. Regen zo beluisteren is een ontdekkingsreis voor de oren.