Daniela Savoldi is een Italiaans/Braziliaans celliste die zowel in Italië als wereldwijd regelmatig door een resem artiesten wordt gevraagd om een bijdrage aan een album te leveren. Dat gaat van Nada tot Muse, terwijl ze ook nog een veelgevraagd medewerker is bij dansvoorstellingen (onder meer van choreografe Marina Rossi) en theater (Laura Mantovi, Sara Poli). In 2016 bracht ze haar solodebuut ‘Trasformazioni’ uit, waarop ze liet horen wat ze met haar cello, klassiek en via een loopstation, kan. Voor opvolger ‘Ragnatele’ gaat ze improviserend een stapje verder en maakt ze van haar muziek een waar spinnenweb (de vertaling van de albumtitel). Haar klassieke scholing laat zich horen in de klassiek klinkende klanken die ze uit haar cello haalt, die ze helemaal verweeft met diezelfde klanken die eerst door een loopstation werden gehaald en daarna nog verder worden bewerkt en geloopt. Zodoende klinkt haar muziek helemaal niet meer als standaard klassiek. Voor sommige stukken kiest ze voluit voor verstilling, voor het stil staan bij bepaalde gebeurtenissen (de moord op enkele officieren die rechter Paolo Borsellino escorteren), op andere momenten bekijkt ze op melancholische wijze het leven van alledag. Met spaarzame aanslagen weet ze een hele wereld op te roepen, die uitnodigt tot aandachtig luisteren.
Ook op de klassieke toer, maar dan toegespitst op de piano, is het debuut van Mirza Ramic, de helft van het elektronica-duo Arms And Sleepers, als Saigon Would Be Seoul. Tien jaar werkte Ramic aan de plaat, veldopnames verzamelend en literaire fragmenten kiezend (van Milan Kundera, Albert Camus en Dubravka Ugresic) die worden voorgelezen door Sofia Insua. De muziek leunt aan bij klassiek met subtiele hints naar jazz en ambient en is over de hele lijn ingetogen, beschouwend en dramatisch. De documentaire die erbij hoort, gaat over opgroeien in Mostar en de vlucht tijdens de oorlog. De muziek kan dan ook niet anders dan mistroostig klinken en zit ergens tussen Max Richter, Maurice Ravel en Erik Satie in. De literaire fragmenten vullen de pianomuziek en de soms subtiel ingevoegde veldopnames mooi aan. Zodoende slaagt Ramic er in een uitermate intrigerende plaat aan ons voor te stellen die veel meer is dan zomaar wat pianomuziek.
Het Franse modern-klassieke kwartet Astrid kiest deze keer voor een tweeluik, waarvan deel twee rond dezelfde periode als deze, maar dan volgend jaar, zal verschijnen. Wie dacht dat ze na de samenwerking met Rachel Grimes (Rachel’s) op het album ‘Through The Sparkle’ (Gizeh, 2017) op een dood spoor zouden aanbelanden, zijn er aan voor de moeite. Het kwartet brengt vier nummers die ergens tussen kamermuziek en verstillende postrock uitkomen, met een hoofdrol voor het gitaar- en pianospel van Cyril Secq en de klarinet van Guillaume Wickel. Yvan Ros en Vanina Andréani nemen een iets bescheidener maar daarom niet minder belangrijke rol in binnen het streven naar de ultieme schoonheid (of tristesse). Wondermooie album, gelimiteerd tot driehonderd stuks.