Het is jammer dat de debuutplaat van Mógil in eerste instantie enkel verdeeld zal worden in IJsland en de Benelux: zoveel is duidelijk na slechts één enkele luisterbeurt. Het half-Belgische, half-IJslandse kwartet brengt neoklassieke muziek in een fris jasje. Met een sobere bezetting van viool, klarinet, gitaar en zweverige stemmen, slaagt het viertal erin op elk moment de aandacht vast te houden. Om een concreet voorbeeld te geven: het openingsnummer begint met lange, lieve vioolklanken en meerstemmig gezang om vervolgens over te gaan naar een instrumentaal intermezzo waarbij de gitaar een vrolijk improviserende klarinet begeleidt; naar het einde van de track komen de polyfone IJslandse vocalen weer op, spaarzaam ondersteund op akoestische gitaar. De breekbare, poëtische liedjes gebruiken graag stijlcitaten uit de klassieke muziek (genre Prokofiev, Khachaturian of zelfs de eigentijdse Nicholas Lens), doen heel soms jazzy aan, maar vallen op geen enkel moment elitair te noemen. De vier muzikanten nemen telkens de tijd om hun sobere nummers rustig te ontwikkelen en hun ideeën emotievol te vertolken. Heel knappe debuutplaat van een groep waarvan we in de toekomst graag nog willen horen.