Het begint er naar uit te zien dat deze vrijdag de traditionele dip-dag is voor zij die de randen van de popmuziek opzoeken. Her en der hoorden we klagen dat pakweg een Pantha Du Prince geen plaatsje had gekregen of dat – bij uitbreiding – de volledige underground tegenwoordig genegeerd wordt op Pukkelpop. En néé wij vinden Limp Bizkit géén underground. Zélfs niet met een – tegenwoordig risqué, ok – Belgische vlag over hun versterkers gedrapeerd.
Gelukkig waren daar Local Natives – òòk geen underground natuurlijk – om één en ander goed te maken. Op plaat hadden ze één der ondergetekende lastigaards niet helemààl kunnen overtuigen, maar in de Club was het alleszins een pak pittiger. Bijna Yeasayer zoals Yeasayer waarschijnlijk en helaas nooit meer zal klinken. Bij Local Natives hoorden we een béétje van het avontuur dat we vandaag graag een paar keer meer hadden gehoord. Komaan Avi, een klein shot gekkigheid, please.
Gekkigheid genoeg op het plein tussen de Boiler Room en de Dancehall. Af en toe eindigt die zottigheid met een jong aangezicht dat onbeweeglijk in de grond ligt. Maar ook goeie gekkigheid: van Major Lazer bijvoorbeeld: Diplo’s en Switch’ topzware, verrassend up-tempo en niet een beetje naar skunk geurende baslijnen deden de volgelopen Dancehall al na vijf minuten in overdrive gaan. Duizend handen in de lucht en de toaster van dienst zag dat het goed was.
Kristian Matsson of Dalarna is ongeveer 1m50, maar laat zich hier Tallest Man On Earth noemen. De jongen staat alleen met drie gitaren – niet tegelijkertijd – op het podium. Als hij nog een mondharmonica in de aanslag zou hebben was het helemaal Bob Dylan uit de early years. Een volgelopen, bloedhete Chateau luisterde mee en begon soms op de verkeerde momenten ritmisch mee te klappen. Thuis zullen wij ‘The Freewheelin’ Bob Dylan’ nog eens opleggen. De ouwe zeur is toch nog net iets interessanter. Wel raar om te zien dat zestienjarigen volledig mee zijn met dit geluid.
Meteen uit de tent was de magie weer ver zoek want daar waaiden ons de slappe loungebeats van de Coca Cola-stand ons tegemoet. Drie als Coca-Cola-elfjes verkleedde meisjes probeerden het vijftal dronken jongeren dat voor hun stand stond nog te entertainen. Zelfs dat lukte niet meer. De jongeren worden moe, mijnheer.
(sb, mt, ks)