De eerste dag van Pukkelpop 2009 beloofde warm te worden. Voorspellingen tot 37°C doen ons al uitkijken naar het onweer dat nog moet komen. Maar ook muzikaal staat er lekkers op het programma. Starten doen we in de Chateau met het folkcollectief Vetiver. De groep rond Andy Cabic – vriendje van Devendra Banhart – en dit jaar met ‘Tight Knit’ nog een behoorlijke CD afgeleverd. De Chateau was echter bloedheet en dat was te merken aan de set. Behoorlijk lusteloos werden de nummers afgewerkt. Andy Cabic en zijn groep druipten wel van het zweet, maar dat mocht niet echt baten. We hadden het evengoed kunnen missen.
Gelukkig had The Juan MacClean al wat meer kloten, zelfs al was de frontverschijning dan mevrouw Nancy Wang, ook bekend als de wederhelft van een Dewaelebroer. Ze droeg het optreden met een arrogante klasse, die perfect hun licht decadente wave-dancerock ondersteunde. Talking Heads met de chants van Parliament-Funkadelic, en een droge dancebeat van een perfect metronome drummer. En toch een vette rockvibe, daar zouden alle dance-acts een voorbeeld aan mogen nemen.
Tijd voor de Engelse folktronica newcomer James Yuill in de chateau. Op het podium probeert hij zijn akoestische songs aan te vullen met elektronica uit zijn Apple-notebook. Althans dat was de bedoeling. Om een of andere reden (de hitte ?) weigerde die laatste echter dienst waardoor hij noodgewongen enkel met zijn akoestische gitaar aan de slag kon. En dat was een beetje mager te noemen. Een herkansing, in een minder warme zaal dringt zich dus op.
Golden Silvers in de club was janetten-pop van de zuiverste soort. Een zanger in een smetteloos wit hemd mocht zijn synth bedienen vanachter een verhoogd podium met wel een mooi doek over gespannen. Rood met in gouden letters ‘Golden Silvers’ geborduurd. Dat was dan toch al sterk. Nu nog songs. Niet eens door de reeksen zouden ze geraken op het WK Atletiek in Berlijn. Dus strijden voor goud en zilver zit er helemaal niet in.
De ietwat sullige in een gele t-shirt geklede Jon Hopkins is een kleine verfrissende verrassing in de broeierig hete chateau. Voor wie het nog niet wist, deze elektronicawizard is de producer van ‘Viva la vida’ van Coldplay. Maar geen schrik, deze klassiek geschoolde goochelaar die vooral bekend staat om zijn minimale ambient en IDM deed de Chateau daveren. Dubstepritmes, drum’n’bass en grime versierden de als minimal begonnen set. Terwijl hier en daar de beats wat harder mochten daveren en apotheoses een beetje verkeerd werden aangekondigd, slaagde hij erin ons weliswaar kippenvel te bezorgen. Alleen was het te warm om er echt iets van te merken.
Maar een eerste hoogtepunt werd ons pas geleverd door Bon Iver. Eerste keer dat we hem live mochten aanschouwen, en wat onmiddellijk opviel was de transformatie tot volwaardige festivalact. De rustieke akoestische songs waren er nog steeds, maar ze werden aangewend als meeklappers (voor stampen toch nog wat te subtiel) en -zingers. Drie muzikanten plus frontman Justin Vernon in een steeds wisselende bezetting, was al wat er nodig was om een hele tent mee te krijgen. Simpele catchphrases als de ‘My my my my’ uit ‘Skinny Love’ werden enthousiast door het publiek opgepikt, en in de finale geraakte Vernon zelfs weg met een heen-en-weer zingspelletje dat uitmondde in pure magie. Iedereen laaiend overtuigd, en wij niet in het minst.
Hadden wij u tevens al gemeld dat het warm is ?
(dv, ks, mt)