Collage is misschien niet het beste woord voor PopeWAFFEN, daarvoor zijn de elementen teveel verweven. Er is echter een veelheid aan elementen en klanken, waardoor de nummers onderling verschillen, maar ook, zeker bij eerste beluistering, elke track een ratatouille van onvoorspelbare elementen lijkt. Het vijftal dat hier samenspeelt (David Fenech, Gino Robair, Ezramo, Wendelin Büchler en Argo Ulva) heeft uiteenlopende muzikale achtergronden en brengt een verrassende collectie instrumenten mee. Wat te denken van sampler, melodica, gitaar, percussie, trompet, elektronica en… prepared citer, blippobox, walkman en theremin. En de stijl? Trashpop, improvisatiemuziek, weird folk? Toch is het allemaal niet zo’n chaos en willekeur als het misschien lijkt. De muzikanten die met hun instrumenten elk hun eigen weg lijken te gaan, de kakafonie aan klanken, de drukte en de volheid: ze werken per track aan een geheel. Elektronisch gekraak, een speeldoosje en een raspend kwaakgeluid vormen samen een kalme, wat wringende sfeer; een stotterende trompet, ritselende, ratelende percussie, een vervormde gitaar, later in het stuk vergezeld van onder andere een stem, maken samen van ‘Crepare di Maggio’ een breed maar kloppend klankbeeld. Andere keren is het een pure soundclash: percussie, gitaar, trompet, een stem die sist, lacht, schreeuwt. Zo vormen al die elementen bijvoorbeeld een steeds dichter wordende muur van geluid in ‘The Creator has a Masterplan’ (waarbij ik geen overeenkomst heb kunnen ontdekken met de compositie van Pharaoh Sanders, by the way). Ondanks de breedte aan klanken en geluidsbronnen is het een consistent geheel, verleidelijk ook. PopeWAFFEN weigert op de achtergrond te blijven, maar de wijze waarop het zich naar de voorgrond dringt, is uitgekiend en slim. Verschenen op vinyl, als eerste uitgave op het eigen label van de vijf: Corvo Records.