Het parcours van het Nederlandse (Nijmegen) duo Dead Neanderthals is niet alleen grillig, het is tevens uitermate interessant en boeiend. Hun twee eerste cdtjes, 3 omdat nauwelijks iemand dat nog maakt, stonden vol met korte tot heel korte sonische aanvallen. Grindcore met saxofoon, gedrenkt in effecten, en drums. Ergens diep verscholen kon de interesse van René Aquarius en Otto Kokke voor experimentele jazz worden ontwaard. Die werd duidelijker met het slechts twee nummers tellende Jazzhammer. Twee dronegrind-excursies van elk tien minuten die als het ware in onze kop bleven rondcirkelen. Gedaan met de ultrakorte geluidsbommen. Langgerekt kon net zo goed. Uitgepuurd ook, en veel ruimte latend voor experiment en improvisatie, want de twee zijn uitstekend op elkaar afgestemd, begrijpen elkaar bij elke geproduceerde noot. Goed, dat hebben we ook gehad, zullen ze hebben gedacht. Waarom zouden ze voldoen aan enige verwachting, zeker als de nieuwe plaat op Utech wordt uitgebracht? Gooien en smijten, de effecten grotendeels achterwege laten, hun liefde voor freejazz de vrije teugel laten, ja, dat wordt Polaris. En dat is het ook geworden. Lasse Marhaug werd aangezocht om de boel in te blikken. Misschien een beetje vreemd, daar de man vooral thuis is in het noisegenre, en net daar op deze plaat geen sprake van is. De drums en saxofoon klinken akoestisch, natuurlijk, zonder veel gedoe op de band gezet. Op Yamatsuka Eye na, een nauwelijks een minuut durend eerbetoon aan Boredoms, duren de overige vijf stukken allen iets meer dan vijf minuten. Telkens houden ze ermee op alvorens herhaling of verveling zouden kunnen optreden. Het duo houdt van een uitdaging, dus we zijn benieuwd wat de volgende plaat zal brengen. Samba? Hardrock? Het kan van alles zijn, al zetten Dead Neanderthals het genre ongetwijfeld weer volledig naar hun eigen eigenwijze hand.