Het erfgoed van Satie, Chopin en Debussy is van zolder gehaald en afgestoft. Dat is de hoofdgedachte bij ‘Piano Solo’s’ van Dustin O’Halloran. In het dagelijks leven pendelt hij tussen Amerika en Italie en is hij de drijvende kracht achter de avant-garde indieband The Devics, het geheim van L.A. Druk baasje dus. Afijn, de piano is terug van weggeweest en vernuftige, mierzoette melodieën zijn weer gewild. In 12 stukken pingelt O’Halloran er vituoos op los met snelle en dubbele overgangen. Meer dan bij zijn voorbeelden zit er een moderner randje aan zijn stijl. De invloed van Rachel’s en post-rock-zonder-rock zijn daarvan de belangrijkste redenen. Deze passende samensmelting is een lust voor het oor, meer bepaald voor hen wiens oren een dagelijkse dosis melancholie nodig hebben. Warp heeft blijkbaar ook de verse geur van instrumentele creaties geroken en komt ook met een eigen stalpaardje aanlopen. Harmonic 33 bestaat uit twee Britten (Dave Brinkworth en Mark Pritchard) die op Warp debuteren na een eerste album op Alphabet Zoo. Ook hier gepingel op toetsen, in dit geval orgeltjes, clavecimbels en synthesizers. Vervormde software VST’s groeien overal; digitaal kruipt het waar het maar kan. Het is terugzweven naar de artistieke pioniersjaren van Perrey, Moog en Kingsley of naar recentere tijden waar vleugjes Tipsy, John Barry en Stereolab de luisteraar opwachten. De cd bevat bossanova met jazzy bassen, spacey electrodeuntjes, klassieke melancholia, circuspopexotica en andere plezante, nostalgische verbasteringen. Onwetenden en snobs zullen deze bastaardzoon mogelijk ten onrechte van het maken van lounge beschuldigen. Deze verstandige knaap houdt zich echter schuil. U zal hem vinden in de catacomben van uw lokale kraak chillout met magische paddestoelen en wiet als buit. De tijd vliegt traag en het onthaasten krijgt z’n alternatieve glans weer terug. Tranquilo!