De single ‘Adrenalin’ is de grote afwezige op ‘Personality’, het derde album van Hotflush-opperhoofd Scuba. Terwijl hij met acts als Mount Kimbie en Sepalcure het dubstepgeluid verder blijft belonen met releases, vindt hij dat het genre aan zijn laatste stuiptrekkingen ten onder gaat. Echt verrassend is het dus niet dat hij zijn met techno doorspekte dubstep-moniker aan de wilgen hangt en nieuwe elektronische muziekhorizonten opzoekt. Wel verrassend is de keuze die hij maakt. Terwijl Paul Rose nog steeds Berlijn als uitvalsbasis beschouwt, keert hij muzikaal terug naar het roemrijke Britse raveverleden, house en de begindagen van de wiebelende bassen. ‘Personality’ is minder ingetogen. Het is trager, maar ook opvallend direct. Scuba opteert heel duidelijk voor een radicale koerswijziging richting commerciële belangen. Maar een dikke spaarpot zal ‘Personality’ hem niet opleveren. Daarvoor blijft de Brit te eigenwijs en is het contrast tussen de rave-uitspattingen en de sferische house te groot. Scuba laat op deze plaat duidelijk zien dat je met hem niet mag sollen. Wanneer hij een trance-akkoord in de mix wilt smijten, doet hij dat gewoon. Alsof het succes hem meer bewust heeft gemaakt van wat hij eigenlijk zelf wil. Ook al is het schrikken en had je gehoopt dat ‘Personality’ het logische vervolg zou worden op ‘Triangulation’, kijk je bewonderend naar de man. Een man die het durft om de slome, vloeibare drum’n’ bass van ‘Cognitive Dissonance’ te laten opvolgen met het aan Underworld-schatplichtige ‘Gekko’. Hij grijpt terug naar de hitparadedeuntjes van halfweg de jaren 1990 op ‘NE1BUTU’ en smijt zich compleet op de dansvloer met ‘The Hope’. Het is schrikken, maar Scuba gaat toch lopen met de laurierkrans.