Bardo Pond is intussen ook alweer in het derde decennium van z’n bestaan beland en dat valt eraan te horen. In tegenstelling tot sommige andere bands, die voortdurend op zoek blijven gaan naar nieuwe uitdagingen, richtingen en geluiden om hun albums mee te kruiden, lijkt de bende onder leiding van de broers Gibbons vooral tevreden als het onverstoord zijn ding kan doen. En dat is prima, zeker als je te doen hebt met zo’n sympathieke band, maar het brengt deze keer ook met zich mee dat ‘Peace On Venus’ weinig toe te voegen heeft aan al het voorgaande. Of aan muziekjaar 2013. De van de distortion stijf staande, krakende gitaren zoeken het nog steeds bij weidse auditieve landschappen waarin erosie centraal staat, de sound en stijl valt ergens te situeren tussen de psychedelische jams van Hawkwind, de stompende oerrock van Crazy Horse en de overstuurde bombast van Boris. In opener ‘Kali Yuga Blues’ lijkt het even alsof Dinosaur Jr. en Michio Kurihara met vereende krachten iets coveren van Jesse Sykes & The Sweet Hereafter, terwijl de zangpartijen van Isobel Sollenberger het terrein tussen Toody (Dead Moon) en Heather Nova opvullen. Haar fluitspel, nog steeds een hekel punt, zorgt dan weer voor een gezellig kampvuurgehalte. Bardo Pond lijkt zelden uit z’n gedrogeerde staat te ontwaken. Terwijl dat in ‘Taste’ leidt tot in een waas gehulde droompop-met-rootskorstje, is het elders net wat minder geïnspireerd. Met die log slepende ritmesectie en overstuurde gitaren zal ‘Fir’ nog wat deining veroorzaken op Roadburn, maar ja… daar werkt alles wat traag en zwaar is wat beter. De twee lappen die de B-kant van het vinyl vullen laten even wat variatie horen (meer akoestische gitaar!), maar vergen vooral hallucinogenen om bij de les te blijven. Kortom: het glijdt lekker voorbij als je iets om handen hebt, maar om onderuit te zakken met die koptelefoon mocht het echt wel iets meer geweest zijn dan dit monochrome plaatje.