De cd Passage begint met dreigend donkere tonen van een gestreken contrabas en een metalig kabaal alsof er een stapel pannen en deksels omvalt. Dat laatste zou zomaar het geval kunnen zijn, want de Luxemburgse componist en percussionist Elisabeth Flunger heeft haar eigen speltechniek. Naast de gewoonlijke percussie-instrumenten maakt ze gebruik van gevonden materialen die ze stapelt, omduwt, schuift, trekt, schudt en anderszins gebruikt om geluid te maken. Zoals Flunger met haar assortiment aan instrumenten en voorwerpen zowel lange (snerpende, krassende) tonen als abrupte klanken maakt, zorgt ook de Duitse componist en bassist Stefan Scheib op Passage voor lange (gestreken) tonen als korte explosieve klanken. Daarmee creëren ze fraaie contrasten, of sluiten juist perfect op elkaar aan. In Black and Yellow creëren ze met de heldere, metalige percussie en het warme, donkere geluid van geplukte bassnaren samen een bijzonder, enigszins hinkend ritme. Met vergelijkbare aanpak maken ze van Aussergewöhnliche Belastungen een veel sneller en venijniger stuk. My Paradise combineert lange gestreken tonen (en later sneller gespeelde noten) met een onregelmatige geklop en plotse uitbarstingen. Wat wordt opgebouwd wordt weer ondermijnd, ritmes worden tegengewerkt, er wordt samengewerkt en tegengespeeld, telkens duwen de twee die hier trouwens niet voor het eerst samenspelen elkaar in een andere richting. In de wijze waarop de twaalf korte en wat langere stukken worden opgebouwd, is de achtergrond van Flunger en Scheib (modern gecomponeerd, improvisatie, jazz) hoorbaar, maar vooral klinkt door hoe goed ze elkaar aanvoelen. Prachtplaat.