Na het mooie debuutalbum ‘Pale Ravine’ hadden de heren van Deaf Center het blijkbaar lang te druk om zich aan een vervolg wijden. Anderen sprongen in het gat, en veel platen die volgden op de labels Type en Miasmah gebruikten een vergelijkbaar sjabloon: een combinatie van piano, strijkers, orkestrale drones en field recordings, vaak nevelig van sfeer, als gezien door een sepia-filter. Ook de afzonderlijke leden van Deaf Center lieten zich niet onbetuigd: Otto Totland als lid van Nest, en Erik Skodvin als Svarte Greiner (GC#91), onder zijn eigen naam en als baas van Miasmah. Maar nu, zes jaar later, is er dan toch een vervolg: ‘Owl Splinters’. In zekere zin is de plaat de som der delen: nummers voor piano in de lijn van Nest worden afgewisseld met meer donkere stukken zoals we die van Skodvin gewend zijn. Dat was ook al de formule op het debuut, en u hoeft dan ook geen echte verrassingen te verwachten. De nummers voor piano bevatten weinig anders dan piano, en ademen daarmee nog meer de sfeer van Erik Satie dan voorheen. De strijkers zijn deze keer wat minder groots en galmend, en het geheel is minder een vloeiend geheel dan ‘Pale Ravine’. Enkele nummers zijn ook experimenteler, wellicht een gevolg van Skodvins werk als Svarte Greiner, dat soms tegen het industrieel aanleunt. ‘Owl Splinters’ is daarmee minder overweldigend en cinematisch dan zijn voorganger, maar zeker het proberen waard voor fans van The Library Tapes, Jacaszek of Max Richter. En zoals de trouwe koper van Type-vinyl inmiddels gewend is, zit er bij de lp een cd met extra materiaal.