Niet alleen voor K-pop ben je in Zuid-Korea aan het juiste adres. De formatie Jambinai maakt een zeer interessante mix van traditionele Zuid-Koreaanse muziek, metal en postrock. De groep zet de luisteraar op hun derde album meteen op het verkeerde been, als het openingsnummer de zachte tonen van een piri (een Koreaans blaasinstrument) laat horen. Zo zachtaardig als deze track wordt opgebouwd, zo abrupt wordt het nummer verstoord als de Zuid-Koreanen hun dreunende gitaren en stampende drums loslaten. Iets wat ze ook deden tijdens hun optreden op Best Kept Secret 2019. Het geluid van de groep heeft soms dezelfde opbouw en gewichtigheid als dat van andere postrock-acts zoals Sigur Rós en Godspeed You! Black Emperor. Vooral het dertien minuten lange instrumentale ‘In The Woods’ heeft een minutieuze opbouw waarbij laag over laag over laag wordt gedrapeerd tot er een muur van geluid ontstaat. De snerpende klanken van de traditionele instrumenten, die naast de piri uit haegeum (een snaarinstrument dat qua geluid op een viool lijkt) en geomungo (een snaarinstrument verwant aan de sitar) bestaan, snijden dwars door de zware metal/postrock. De Koreaanse zang, die varieert van gesproken woord tot grunt is een -voor niet-Koreaans sprekenden- abstracte toevoeging aan de mix van stijlen. Opwindend is hoe Jambinai hun compacte traditionele geluiden lijnrecht tegenover de uitgestrekte metal en postrock plaatsen en deze twee contrasterende vormen van geluid naast en door elkaar laten lopen. Zo ontstaat bijna ontwrichte klanken die veel spanning opwekken. De kanttekening hierbij is dat het collectief hun muziek soms zo langzaam opbouwt dat het sluimerende karakter van bepaalde nummers als langdradig ervaren kan worden. Gelukkig is er altijd wel een daverende riff of drum die de luisteraar wakker kan schudden.