Stel je een eigen bevreemdende wereld voor, ‘s nachts, alles is donker buiten. Je hoort geen geluid, hoogstens het gewoel van de huismuis. Iedereen en alles lijkt te slapen en de eenzaamheid van de nacht overvalt je. Dat is wat Andrew Pekler met Nocturnes, False Dawns en Breakdowns vertaalt. Pekler producte alle songs ‘s nachts en dat hoor je er ook aan. In alle nummers hoor je een sluimerende sfeer die zelfs iets trancistisch heeft. Ook de titels van de nummers laten vermoeden dat Pekler een nachtmens is: Here Comes The Night, Soft dissolve, Sleepless. De plaat overdag beluisteren kan dus een risico zijn. Ze blijven goed klinken, maar na twaalven of als iedereen vredig onder de wol zijn heil zoekt in andere oorden, krijgt het album een extra dimensie. Hij slaagt erin een intimistische sfeer te creeëren die het dromen aanwakkeren. Dat in éénzelfde nummer vaak dezelfde melodie herhaald wordt, stoort niet, integendeel, de sfeer wordt er door bepaald. De meeste samples haalde Pakler uit jazzplaten uit de jaren vijftig. Hij vulde ze aan met zweverige pianodeuntjes en een typische jazzdrum die overstuurd klinkt. De soms zwoele trompet- en saxofoonstukken laten vermoeden dat Pekler fan is van de vroege Miles Davis en van Stan Getz. Het eindresultaat is wat Jazzanova zou maken als ze aan slapeloosheid zouden lijden. Minimalistische free jazz die een eigen atmosfeer uitademt. Verwacht niet meteen verkocht te zijn. De plaat is na een eerste luisterbeurt nog één groot vraagteken. Pas na drie keer te luisteren, was de magie van de nummers duidelijk hoorbaar. Wat blijft irriteren is dat de 14-tracks lange schijf amper 40 minuten duurt en dat de nummers veel te kort zijn.