No Fear

Een ‘Baby Fire’ is een matras die in brand wordt gestoken, toch volgens de theorieën van pyromaan en kannibaal Ottis Toole, het beruchte maatje van seriemoordenaar Henry Lee Lucas (die van ‘Henry, Portrait Of A Serial Killer’). Twee Brusselse felle dames die zich respectievelijk laten aanspreken als Diabolita (ook Keiki) en Cha! (ook Lem) vonden dat een geschikte naam voor hun bandje, en versierden er recent meteen het voorprogramma mee voor het concert van Lydia Lunch in het net zo Brusselse Magasin 4. De band klinkt niet zo fel als Lydia Lunch het kon in haar begindagen, maar heel ver staan ze er toch niet van af. Denk ook aan een vroege PJ Harvey, want qua intensiteit en ook qua zang komt die naam meermaals piepen. Ze zijn net iets minder schreeuwerig dan bands als L7 en Babes In Toyland, maar door het felle punky gitaarwerk en de uiteraard vrouwelijke zang zijn er zeker raakvlakken te trekken met die bands. Eugene Robinson (Oxbow) was duidelijk eveneens onder de indruk, en levert in het afsluitende ‘Bureau D’Echange Du Mal II: Dust Soup’ een puike prestatie. Maar dat zijn we gewoon van deze kerel. De sfeer die Baby Fire oproept (donker, demonisch, luguber, bol van verwijzingen (al dan niet letterlijk) naar seriemoordenaars allerhande) fascineert en lijkt soms op een vrouwelijke versie van The Birthday Party. Dana Schechter (Bee And Flower, Angels Of Light) speelt bas op ‘Soap’, Raphael Rastelli speelt verduiveld goed theremin op ‘Half-Sick Of Shadows’ en stond ook in voor de productie. Samen slagen ze erin een prima debuut af te leveren met een thematiek die aanspreekt en een muzikaal kunnen dat overdondert en beklijft. Klasse van eigen bodem.

tekst:
Patrick Bruneel
beeld:
BabyFire_NoFear
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!