Voorlopig wordt nog altijd naar het duo Mombu verwezen als de band van de saxofonist van wijlen Zu en dat zal nog wel even duren. Niet dat Mombu geen eigen identiteit heeft, maar de sound van Luca T. Mai is natuurlijk meteen herkenbaar. Bovendien heeft zijn sound hier de steroïdenpower van op Zu’s Carboniferous: ultravet, agressief en bronstig. Just another Afro Grind band… geeft de website van het duo mee. Valse bescheidenheid, want dit moet zowat de enige band zijn die zichzelf dat label opplakt. Het tweeluik dat de plaat opent – de titeltrack en 667 A Step Ahead Of The Devil – komt meteen binnen met de voorhamer. Een loop van vervormde baritonsax en daarover dan nog eens soleren met de vuilste sound aan deze zijde van Mats Gustafsson. Het is rauw en primitief, ronduit ritualistisch zodra die percussie z’n intrede maakt. Er wordt gespeeld met start/stop-dynamiek en allerlei staccato gestoot en even kan Mai harmoniëren met zichzelf, maar het blijft auditief sloopwerk. 667 is dan weer het geweldmonster: sneller, harder, hoekiger, een genadeloze afranseling. Het is pas daarna dat de Afrikaanse vibes geleidelijk aan toenemen. Adya Houn’to pakt aanvankelijk uit met een groove die van het Belgische [sic] had kunnen zijn, maar introduceert meer tribale percussie en gitaar. Mighty Mombu verenigt mathmetal met Fela Kuti door de aanwezigheid van zanger/percussionist Mbar Ndiaye, die Carmen Patrios helemaal naar zich toe mag trekken. De laatste twee lappen starten met lange aanlopen om toch weer uit te barsten in hamerende secties vol saxvervorming, tricky timing en exotische effecten. De twee werelden die Mombu combineert bewandelen nog te veel aparte paden om van een écht geslaagde crossover te spreken, maar laat er geen twijfel over bestaan: live zal dit goed zijn voor een paar beestige kopstoten.