Steve Turner en Kid Congo zijn twee anciens in de muziekbusiness. Beiden zijn twintig jaar actief en ze hebben allebei een kersverse plaat in de rekken. Steve Turner, het meest bekend als fuzzgitarist bij Mudhoney, heeft het altijd al in zich gehad om de richting van blues en country op te gaan. Luister naar platen van The Monkeywrench, The Thrown Ups, The Fall Outs en zeker de twee soloplaten die hij in de eenentwintigste eeuw reeds maakte, en u hoort het zelf. Grootste verschil met de platen die Turner eerder met zijn diverse bands maakte, is dat de fuzz er een beetje uit is. New Wave Punk Asshole bevat dan wel zestien liedjes in iets meer dan een half uur, maar echt beklijven doet er geen enkel van die toch ambachtelijk in elkaar gestoken werkstukjes. Nostalgisch naar het midden en eind van de jaren 1980 worden we ervan. Niet naar de grunge die ophef veroorzaakte, maar naar de alternatieve zijlijn waar werd gerockt als de zwijnen. Nu houdt Turner het met zijn drie kompanen van de Bad Ideas bij hun adoratie voor The Kinks, The Pebbles en de Nuggets-reeks. De plaat van Kid Congo is weliswaar pas uit maar bevat geen nieuw werk. Solo Cholo is echter wel een zeer genietbare verzameling liedjes die Powers kracht als zanger en liedjesschrijver volledig tot zijn recht laat komen. Velen zullen Kid Congo Powers vooral kennen als lid van Jeffrey Lee Pierces Gun Club, waarmee hij de grenzen tussen camp, blues, theatraliteit, nihilistische punk en tribale beats verlegde. Het bleef de maatstaf in al zijn later werk, ook in zijn vele samenwerkingen met het kruim van de alternatieve scène. Clint Ruin, The Cramps, Khan, Little Annie of Julee Cruise, ze konden samen met nog veel anderen op zijn gewaardeerde medewerking rekenen. De tien nummers op dit schijfje overspannen de integrale twintig jaar, te beginnen bij Fur Bibles Plunder The Tombs/Headbolt uit 1985 over tracks die hij maakte met Botanica, Robin Guthrie (Cocteau Twins), Barry Adamson en pièce de résistance Parts Unknown (uit de plaat Head On van Die Haut uit 1992) met Die Haut en Lydia Lunch. Alleen al voor die laatste track is deze cd de moeite waard. Kippenvel potdikke, van niet opgehokte exemplaren.