Indien we niet beter wisten, zouden we Dry Cleaning (op het eerste gehoor) in het entourage van Andy Warhol, Nico en Laurie Anderson situeren. Het viertal komt echter niet uit New York, maar uit Londen, maar ze klinken stukken Amerikaanser dan de referenties waarmee wordt gestrooid – The Fall, Wire, Magazine en Joy Division – doen vermoeden. Postpunk dus, maar met dit verschil dat Florence Shaw liever praat dan zingt. Haar parlando is al net zo schijnbaar geaffecteerd, gespeeld apathisch en cool als dat van de Duitse cultchanteuse (of recenter Anika); en haar teksten, vaak kleine surrealistische verhaaltjes, worden gebracht met een mix van ernst en ironie. Alsof het allemaal Grote Kunst is, maar tegelijkertijd niet al te au sérieux genomen moet worden. Dat ze het geen grap is, moge duidelijk zijn. De productie was in handen van John Parish (PJ Harvey, Arno) en voor dit debuut (en de vooruitgeschoven single ‘Scratchcard Lanyard’) kregen ze een contract van 4ad onder de neus geduwd. Dat opent natuurlijk brede deuren. Het is met Dry Cleaning echter zoals met Enablers bijvoorbeeld: je houdt van die spoken word of je skipt na een paar minuten hoofdschuddend verder.