Jan Grünfeld werd geboren in Oost-Duitsland. Voor zijn vierde album trok hij naar de Duits-Poolse grens en registreerde er op een balkon van een oude villa muziek voor planten. Met ‘Music For Plants’ brengt Grünfeld omgevingsmuziek, zeven compacte stukken die gebaseerd zijn op gitaarimprovisaties en gaandeweg ingekleurd en aangevuld werden in de productie. Allemaal zijn het rustige, dralende nummers, de enige uitzondering is ‘The Nightshade’, dat zwaarder, donkerder en elektronischer klinkt dan de rest. De stem door de vocoder en de drumbeat maken er een broeierig nachtelijk tafereel van, terwijl de rest van het album toch duidelijk in het daglicht baadt. Nummers als ‘Sower’ en ‘Up!’ zijn repetitieve gitaartokkels waarrond kleine verschuivingen pivoteren. Grünfeld maakt veel gebruik van field recordings, vaak natuurlijke geluiden, zoals de kraaien in ‘Come Gentle Spring, Come At Winter’s End’. Hoewel de geluiden passen bij een arcadische plaat als ‘Music For Plants’, zijn we de field recordings van natuurgeluiden en hun klassieke, sfeerscheppende functie stilaan beu. Het album eindigt met ‘Feel Alife’, een stuk dat niet rond gitaar, maar rond piano is opgebouwd. Jan Grünfeld heeft een mooie, rustgevende plaat gemaakt; hij geeft het advies om de muziek zo stil mogelijk te zetten en dat is een uitstekend idee.