Laat de eerste waarschuwing zijn dat de muziek van Rutger Zuyderveldt het best met koptelefoon en in afzondering beluisterd kan worden. Alle details tellen in de muziek van Machinefabriek, dus afleiding en stoorzenders moeten worden gemeden. De drie nieuwe albums van de Arnhemmer zijn duidelijk van dezelfde hand, maar tegelijkertijd liggen er werelden van verschil in de muziek voor de geconcentreerde luisteraar. Op Music For Intermittent Movements heeft Machinefabriek op verzoek van het Filmfestival Rotterdam muziek gemaakt bij de films van John Price. De klanken mogen dan een begeleidende rol vervullen, met name de twee delen getiteld Camp Series zijn van grote schoonheid. Hetzelfde geldt voor Bijeen, het album met de mooiste hoes. Het is een verzameling nummers die voor speciale gelegenheden zijn gemaakt en nu al wordt er op vele plekken getreurd om de gelimiteerde oplage waarin ook deze verzameling eccentrics wordt uitgegeven. De beste muziek staat misschien wel op Ranonkel, de opvolger van het alom geprezen Marijn. En zoals zo vaak de laatste jaren stelt Machinefabriek wederom niet teleur. Ranonkel is extravert en zelfs uitbundig in vergelijking met de andere twee albums. En toch nog steeds vol ingehouden spanning en subtiliteit. Ranonkel is onze favoriet en het bewijs dat Zuydervelt nog steeds groeit. Zijn muziek mag dan geregeld erg ingetogen zijn, het resultaat bij de luisteraar is een opgetogen gemoed en een zekere extase.