Chokebore is een band die sinds begin jaren 1990 een carrière probeert op te bouwen. Het kwartet is afkomstig uit Honolulu, Hawai, een exotisch oord waar weinig (rock-)bands rondlopen. Misschien is deze afkomst er mee verantwoordelijk voor dat ze hun debuutplaat ‘Motionless’, na het binnenbrengen van een demo, mochten uitbrengen op het legendarische Amphetamine Reptile. Net ervoor mochten ze op hetzelfde label al een single uitbrengen (‘Nobody/Throats To Hit’), een gebruikelijke strategie in die tijd. De plaat stond bol van triestige indierockliedjes die relatief weinig te maken hebben met het typische noisy gitaargeluid van het label. Toch ging de band de hort op met andere bands van Amphetamine Reptile, Guzzard en Today Is The Day namelijk, in een pakket genaamd Clusterfuck. Chokebore paste bij deze legendarische lawaaimakers als een tang op een varken, maar slaagde er zo wel in een Europees publiek voor zich te winnen. We vonden er toen maar weinig aan. Niet aan de band en niet aan de plaat. En bij de heruitgave ervan blijven we bij ons standpunt. Echt ophouden heeft de groep nooit gedaan. Ze verkasten naar Los Angeles en bleven doorheen de jaren hardnekkig hun eigen weg gaan, waarvoor we alleen maar bewondering kunnen hebben, zelfs al bevalt hun muziek ons maar weinig. Nu en dan verscheen een nieuwe plaat en kwamen ze die voorstellen op het vasteland. Voor de meest recente tournee werd niet alleen het debuut heruitgebracht, maar tevens hun tweede plaat, ‘Anything Near Water’ uit 1995. Het rommelige geluid van de rammelpunkliedjes doen ons echter weinig tot niets. We laten de plaat zijn rondjes draaien, doen snel wat anders om het niet meer voor de volle honderd procent te moeten aanhoren. We hebben het altijd gezegd: Chokebore was een van de zwakste broertjes op het label, zoniet het zwakste. En twintig jaar later is aan onze mening niets veranderd.